Hester woont in een pipowagen in de Achterhoek

Hester besloot haar intuïtie te volgen en op zoek te gaan naar een leven dat bij haar past. Door rond te reizen, leerde ze omgaan met verandering. “Als je het vertrouwde loslaat, komt daar iets moois voor in de plaats!” Inmiddels is ze terug in Nederland en woont ze in een pipowagen in de Achterhoek. 

Als ik Hester op de foto zet voor haar pipowagen in een kleurrijke rok, moet ze lachen. “Nu lijk ik dus echt een gipsy woman!” Dit interview voor hetkanWEL ziet ze als een mooie gelegenheid om haar nomadische bestaan helemaal te omarmen. “Ik heb me vanwege mijn afwijkende levensstijl lang een ‘gekkie’ gevoeld”, vertelt ze. “Nu merk ik dat mensen juist geïnspireerd raken door wat ik doe.”

Op reis

Zo’n vijf jaar geleden gaat Hester op zoek naar een vrijer leven. Ze heeft zin om de primitievere levensstijl te ervaren, die ze kent van eerdere reizen. Ook is ze nieuwsgierig naar wat er gebeurt wanneer je alles loslaat en leeft vanuit vertrouwen met je intuïtie als leidraad. Daarbij verlangt ze naar meer contact met de natuur. Dat geeft het benodigde zetje om een baan als psycholoog op te zeggen en haar stekje in een fijne woongroep in Utrecht achter zich te laten.

Haar eerste stop is een wandelretraite bij woongemeenschap Ecodharma in de Spaanse Pyreneeën. “Ik vond het basale leven daar fantastisch. De verbinding met de natuur bracht een oerkracht in mij naar boven. Een soort Hiawatha gevoel. Terug naar de Aarde, me deel voelen van het geheel. Dát zocht ik dus! Het was alsof een heimwee in mij vervuld werd.”

Tuinieren in Spanje

Vervolgens strijkt ze voor een jaar neer in Spanje, waar ze tegen kost en inwoning tuinen helpt onderhouden. Daarna reist ze door verschillende landen waar ze ook gemeenschappen aandoet. “Voor mij is het een kwestie van mijn hart volgen. En dat dan gaan doen!” licht ze deze stappen toe. “Mijn hart zei bijvoorbeeld: ik wil weer naar een Spaanstalig gebied.”

Spannend? “Nee hoor, ik ga gewoon. Als het me niet past of als ik mijn les heb geleerd, kan ik altijd iets anders gaan doen. De communicatie naar anderen kan ik wel spannend vinden. Tijdens het rondtrekken heb ik geen baan en vaste woonplek, alleen mijn rugzak. Dat roept vragen op. Waar ik dan van leef. Wat mijn plannen zijn, of ik ook een doel heb… Maar ik richt mijn leven juist niet in volgens een bepaald plan. Ik heb gespaard, leef met weinig en vind betaalde klussen als het nodig is.”

Geland in een pipowagen

“Dankzij mijn omzwervingen heb ik ontdekt dat ik overal kan leven. Dat voelt heel vrij en onafhankelijk. Tegelijkertijd kreeg ik steeds meer zicht op wat echt belangrijk is voor mij op een plek. Ik maakte het volgende lijstje: tenminste één andere persoon met wie ik persoonlijk kan uitwisselen en kunnen knutselen, muziek maken, luisteren en dansen. Ook wil ik nuttig bezig zijn, samen met anderen en in de natuur.”

Zo’n anderhalf jaar geleden besloot Hester om zo’n plek in Nederland te zoeken. Ter kennismaking werkte ze een dagje mee als vrijwilliger op gemeenschap Hof van Moeder Aarde, de thuishaven van een groep autonome levenskunstenaars, in de Achterhoek. Het klikte en het kampeerterrein biedt ruimte voor een jaarplek. Nu moest ze alleen nog een onderkomen regelen.

“Ik wilde niet meer in een huis wonen. Dan voelde ik me weer zo afgescheiden, alleen die dikke muren al! Ook zo’n hoekige stacaravan viel af. Zo kwam ik tot twee opties: een yurt of een pipowagen. Een yurt moet je jaarrond stoken, dat vond ik niet praktisch. Ik zette mijn voelsprieten uit en vond een tweedehands pipowagen.”

Wonen in een pipowagen

“Door het wonen in een pipowagen moet ik voor veel dagelijkse dingen naar buiten. Water halen, tandenpoetsen, aardappels afgieten, hout halen voor de kachel… Dat vind ik fijn, dan voel ik mij een wilde vrouw. Naar de wc gaan doe ik het liefst op het composttoilet of in de bosjes.” De pipowagen is niet groot, met 4,5 bij 2,5 meter.

“Vooral in de winter als ik meer binnen zit, is dat wel klein. Ook voelde ik me in het begin wel eens alleen, ik miste een gemeenschappelijke keuken. Inmiddels ben ik van deze manier van wonen gaan houden.” Er is één nadeel: op een recreatieplek mag je officieel niet wonen. Daarom heeft Hester haar woonadres nu op een boerderij in de buurt. Daar woont ze de helft van de week en helpt ze mee met de dieren en de tuin.

Niks is raar

Hoe kijkt ze nu naar zichzelf als ‘gipsy woman’? “Ik word steeds meer Hester! Ik heb geleerd dat het okay is om mijn hart te volgen, wat mensen ook van mijn levensstijl vinden. Al is bevestiging van gelijkgestemden wel superfijn hoor, zodat ik niet altijd de enige ben. Doordat ik met zoveel mensen heb geleefd, vind ik zelf niks meer raar. Ik sta open voor alle levensstijlen. Alles mag.”

Over de schrijver