Stond ik nog aan het begin van mijn loopbaan, dan was ik onderzoeksjournalist geworden. Grote fan ben ik dan ook van programma’s als Zembla. Gisteren hoorde ik op de radio een Zembla-journalist vertellen over de situatie in Beiroet. Die is, kort samengevat, heftig. Op een bevolking van 4 miljoen leven er ook 1 miljoen vluchtelingen, voornamelijk uit Syrië. Het zou hetzelfde zijn als wij hier in Nederland 4 miljoen nieuwkomers zouden moeten herbergen. Sommige gastvrije landgenoten vinden 10.000 al teveel. Alles is relatief.
Gezond
Kijk ik naar reportages over de kampen waar deze mensen wonen, dan vind ik het altijd zo bewonderenswaardig hoe zij in relatief korte tijd toch weer een dagelijks leven weten op te bouwen. Er komen winkeltjes en restaurants, een schooltje wordt er ook altijd ingericht, desnoods in de openlucht. De één gaat kleding repareren, de ander start een garage. Het leven lijkt redelijk zijn gewone gang te kunnen gaan… mits iedereen gezond blijft.
Kostbaar bezit
De Zembla-reporter vertelde over een jongetje van 11 met neuskanker. In Nederland was hij direct naar het prinses Maximacentrum overgebracht voor de allerbeste behandeling en 10 dokters rondom zijn bed. Zijn ouders hadden aparte woonruimte gekregen om zo veel mogelijk bij hun zoon te kunnen zijn en gedurende het hele verblijf hadden ze geen rekening gezien. Voor dit jongetje in Beiroet is geen plaats in welk ziekenhuis dan ook. Een ander jongetje heeft leukemie. Zijn zusje heeft de perfecte beenmergmatch. Helaas is er geen geld om haar kostbare bezit aan haar broertje te kunnen geven. Voor beide jongetjes betekent het einde oefening, ergens in een tentenkamp ver weg van huis.
Handjeklap
In de tussentijd steggelen Europese landen over de hoeveelheid doodzieke kinderen, die ze willen opnemen. Het is een regelrecht ‘handjeklap’: ‘als jij er nu 50 neemt, dan wil ik er wel 30’, zegt de één. Maar dat is oneerlijk, roept de ander: het moet gelijkelijk verdeeld worden’. Als ze nog even doorgaan met ruziemaken, dan hoeven ze zich om geen enkel kind meer te bekommeren. Misschien is dat wel de bedoeling.
Betaalverzoek
Zo verdrietig werd ik van de Zembla-reportage, zo blij werd ik van de verjaardag van mijn neef, afgelopen weekend. Drieëntwintig jaar werd hij en hij gaf een feestje. Of hij nog wensen had, vroeg ik uiteraard. Hij is net verhuisd en dan verwacht je een waslijst aan noodzakelijke nieuwe huisraad. Hij stuurde mij geen verlanglijst maar een link met een betaalverzoek. Of ik geld wilde overmaken naar Save the Children, een organisatie die wel probeert om kinderen de noodzakelijke medische hulp te geven.
Verzadiging
Drieëntwintig jaar en geen materiële wensen meer; dat zou je heel decadent kunnen noemen. Ik zie het toch graag anders. Deze generatie is in de gelukkige omstandigheid opgegroeid dat alles voorhanden is. Uiteraard heeft de een ’n duurdere telefoon dan de ander, maar geen kind loopt zonder. Hetzelfde geldt voor kleding en alle andere bezittingen. Heb je van alles genoeg, dan wordt bezit onbelangrijk. En als dan zo’n betaalverzoek het gevolg is van deze verzadiging, dan hoop ik maar dat deze nieuwe generatie het heel snel voor het zeggen krijgt.
Annemarie de Raadt
Lees ook mijn vorige blog: Een vraag aan Sybrand Buma