
Na de onderwerpen energie, water en voeding ging het laatste deel van de NRC Klimaatdebatten over de aanstaande klimaattop in de Zuid-Afrikaanse stad Durban. Gaat het lukken om daar een internationaal klimaatverdrag te sluiten? Die vraag werd in de Amsterdamse Rode Hoed beantwoord door Yvo de Boer, voormalig secretaris-generaal van het VN-klimaatbureau, Joris Thijssen van Greenpeace en Hugo von Meijenfeldt, klimaatgezant bij het Ministerie voor Infrastructuur en Milieu en het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
“Wie heeft er thuis wel eens discussie over de vakantiebestemming?”, vroeg Yvo de Boer aan de mensen in de zaal die vervolgens bijna allemaal hun hand opstaken. Het was het begin van een betoog waarin De Boer het bereiken van een klimaatakkoord vergeleek met de onderhandeling over een vakantie. Tijdens zijn werk bij het VN-klimaatbureau en binnen zijn eigen gezin ervoer hij hoe belangrijk het is om te weten wat je gemeenschappelijke doel is voordat je tot een akkoord kunt komen. Die gemeenschappelijke bestemming ontbrak tijdens de klimaattop in Kopenhagen twee jaar geleden: “Veertigduizend mensen kwamen daar aan met verschillende verwachtingen en belangen.” Vervolgens moest er ook nog eens over elk agendapunt consensus komen en dat is onmogelijk, aldus De Boer. “Op een gegeven moment moet er een leider opstaan die het besluit neemt. Onze inschatting was dat een Amerikaanse president dat alleen kon doen in het eerste jaar na zijn verkiezing.” In Kopenhagen gebeurde het toch niet.
In Durban verwacht hij opnieuw geen akkoord: “De hoogste ambitie die Zuid-Afrika nu uitspreekt is dat ze in ieder geval niet het Kyoto-protocol wil begraven. Maar wat ze wél wil, is mij niet duidelijk.” Voorlopig moeten we volgens De Boer regionale voorbereidingen treffen, “maar uiteindelijk hebben we echt een internationale lange termijn visie nodig”.
Hugo von Meijenfeldt is optimistischer over Durban: “In Kopenhagen is wel een aantal afspraken gemaakt en op de klimaattop in Cancún vorig jaar is daar vervolgens een juridische basis voor gelegd. In Durban kunnen we vervolgstappen zetten.” De rol van Nederland in de klimaatdiscussie is dan misschien wel wat kleiner geworden met het huidige kabinet, maar we komen volgens hem wel vooruit. Als voorbeeld noemde hij een Nederlandse website waarop bijgehouden wordt wat landen doen voor het klimaat, waardoor meer transparantie is ontstaan. “En voor het Green climate fund hebben we al een slotakkoord klaar liggen voor Durban – al moet daar nog wel consensus over ontstaan.” Het doel van Nederland blijft om onder de twee graden temperatuurstijging te blijven, aldus Von Meijenfeldt.
Na een kort intermezzo van stadsdichter F. Starik met gedichten over het Nederlandse weer en een lofzang op de mist, was het woord aan Joris Thijssen van Greenpeace. Volgens hem had men in Kopenhagen wel degelijk een gezamenlijke bestemming voor ogen. “Die stond in het verdrag van de VN: de gevaren van de klimaatverandering afwenden.” Het mislukken wijdt hij aan de leiders die geen lef durfden te tonen. Thijssen verwacht niet dat er in Durban een oplossing komt. Daarom heeft Greenpeace haar strategie veranderd: “Het moet eerst thuis gebeuren voordat er een mondiale deal kan komen. Wij richten er ons nu op de leiders van landen al in hun eigen land te overtuigen.” Hoopvol kijkt de milieuorganisatie bijvoorbeeld naar de groene ontwikkelingen in Duitsland. “De doelstellingen die zij invoeren zullen veel invloed hebben op de doelstellingen van Europa en uiteindelijk ook internationaal.” Als grootste proleem ziet Thijssen dat regeringen onder druk staan van delen van het bedrijfsleven die belang hebben bij de status quo. “Grote bedrijven als Shell en Koch industries ondermijnen de klimaatonderhandelingen”, stelt Thijssen.
“Moet het leiderschap van het bedrijfsleven komen?”, vroeg gespreksleider Max Christern. Joris Thijssen van Greenpeace schudde zijn hoofd, maar klimaatgezant Hugo von Meijenfeldt en Yvo de Boer knikten enthousiast. De Boer: ”Het is jammer dat het bedrijfsleven niet aan tafel zit bij de onderhandelingen in Durban, want ik zie een groeiende groep bedrijven die graag wil bijdragen aan een oplossing.”
“Moeten consumenten niet meer doen?”, vroeg iemand uit de zaal. Daar ligt wel een deel van de oplossing, zei Yvo de Boer. “De grootste fout die we hebben gemaakt bij de aanpak van het klimaatprobleem, is de manier waarop we het principe van de ‘vervuiler betaalt’ hanteren.” Nu betaalt de producent, maar het zou volgens hem beter zijn als de consument de kosten draagt van vervuilende producten. “Van mij mag iedereen in de winter aardbeien eten in zijn Jacuzzi in de tuin met een terrasverwarmer, als die consument dan ook de volledige prijs van de milieubelasting zou betalen. En dat is nog niet zo.”