Terwijl de EU-landen in Brussel instemmen met de omstreden natuurherstelwet (nu het parlement nog), maak ik me in mijn achtertuin zorgen om de bij. Ze weten de Bitterzoet te vinden, die ooit is komen aanwaaien en moedig vanuit twee stoeptegels langs de muur omhoog klimt. En ze hebben zich hiervoor ook heel voorzichtig tegoed gedaan aan de prunus (die nu is uitgebloeid). Maar ze dit jaar echt met minder. Om het tij te keren, moeten we dus aan de slag. 7 tips om de biodiversiteit in jouw tuin, balkon, dakterras en straat een handje te helpen. Dit is voor de bij, de vlinder en al die andere beestjes:
1. Koop inheemse en biologische planten
De tuincentra staan vol met planten die op pesticiden zijn groot geworden. Dat zorgt ervoor dat ze puntgaaf in hun blad staan en mooi vol zijn, maar ook dat insecten het niet overleven. Dat was in eerste instantie natuurlijk ook de bedoeling (wie wil er nou een plant kopen waar een rupsje op kruipt of die vol in de luis zit, is de gedachte), maar dat gif blijft heel lang in de grond en in de plant zitten. En hoewel de bijtjes niet onmiddellijk van hun stukje gaan, overleven ze het niet. Kies dus voor biologische planten: zie hier een lijst met verkooppunten (aanvullingen zijn natuurlijk welkom).
2. Laat onkruid staan
Onkruid is vaak geen onkruid (it’s all in the eye of the beholder). Vaak komt ‘onkruid’ spontaan op en dat gebeurt niet altijd op plaatsen die jij zelf in gedachten had (tussen twee stoeptegels bijvoorbeeld), maar vaak bieden deze planten onbespoten voedsel voor bijen, vlinders en andere insecten. Paardenbloemen, gele dovenetel, hondsdraf: laat het gewoon staan en geniet ervan. Brandnetels zijn bijvoorbeeld erg geliefd bij rupsen en rupsen worden, juist ja, vlinders.
3. Maai het gras niet
Als je het gras niet maait, zul je versteld staan van wat er allemaal opkomt: madeliefjes, klaver, mos… Natuurlijk kan je dit zien als een rommelige bende, maar je kan het ook zien als een gevarieerd en kleurrijk tapijt van planten. Want wie zegt dat het aangeharkte gazon fraaier is? Wij niet in ieder geval. Het meeste wat opkomt, is goed voor de biodiversiteit en een lust voor het oog.
4. Creëer een bijenboog
Als je gaat vergroenen, is het handig om planten uit te zoeken die op verschillende tijden bloeien: van het vroege voorjaar tot het late najaar. Dat is niet alleen leuk voor jezelf (dan heb je altijd wat in bloei staan in je tuin), maar het betekent ook dat de bijen een langere periode te eten hebben. Daarom noemen ze het ook wel een bijenboog. Hier vind je een lijst van de Vlinderman in Amsterdam-Noord met inheemse plantensoorten die bijdragen aan meer biodiversiteit in je tuin, balkon, dakterras en straat.
5. Maak meer groene plekken in de buurt
Bij hetkanWEL vroegen we je laatst of je vindt dat er genoeg groen bij jou in de buurt staat. De meerderheid zei van wel, maar wat groen oogt, is niet altijd goed voor de biodiversiteit. Zo worden onze weilanden van raaigras ook wel groene woestijnen genoemd, omdat een vlinder of bij daar niks te zoeken heeft. Met alle geveltuintjes, boomspiegels, groene daken en containertuintjes wordt de stad daarentegen een groeiende oase van biodiversiteit. Dus leg die vooral zoveel mogelijk aan (met inheems, biologisch groen natuurlijk). Het ziet er leuk uit en het helpt de biodiversiteit echt.
6. Stop met harken en opruimen
Dit klinkt als muziek in de oren van al die mensen die denken dat een tuin ‘veel werk’ is. In de herfst overleven rupsen, insecten en andere beestjes juist bij de gratie van die ‘rommel’ die jij laat liggen. Alle blaadjes, takjes en uitgebloeide bloemen die op de grond vallen: gewoon laten liggen. Als je heel veel zwarte aarde ziet in jouw tuin, kan je zelf ook een beschermlaag aanleggen door mulch te strooien (of bodembedekkers te planten, die wintervast zijn).
7. Stop met schoffelen
En nu we toch bezig zijn met ‘lui tuinieren’: stop ook met schoffelen. Dat is beter voor de grond, want met dat geschoffel maak je meer kapot dan je lief is, waaronder al die beestjes die juist super nuttig werk verrichten om de grond gezond te houden. Zo verpoppen nachtvlinders zich vaak in de grond.
Wat zijn jouw tips om de biodiversiteit in jouw buurt te verbeteren? Laat het ons weten door hieronder een reactie achter te laten.
1 gedachte over “7 tips: zo kan je de biodiversiteit in je omgeving vergroten en help je de bijen en vlinders”
ik Geertjan
noem onkruid planten die voor jou op dit moment op de verkeerde plaats staan.
Reacties zijn gesloten.