Niet meer schoffelen, niet meer maaien, je planten bewateren met opgevangen regenwater en zoveel mogelijk biologische planten en bloemen in je tuin of op je balkon. In haar boek Duurzaam Tuinieren deelt Anne Wieggers, hoofdredacteur van Gardener’s World, haar beste tips voor duurzaam tuinieren. Het doel? Een plek die prachtig is om naar te kijken, zich vult met gezoem en gefladder en waar je ook nog eens bloemen in kan plukken of uit kan eten.
Een duurzame tuin
Anne Wieggers studeerde kunstgeschiedenis en ging de politiek in voor Groen Links voordat ze haar hart volgde en zich vol passie op duurzaam tuinieren stortte, ecologisch tuinontwerper werd en over het onderwerp ging schrijven. “Bij tuinieren gaat het juist om het proces wat zo mooi is,” zegt ze in het NPO Radio 1 programma Kunststof. Dus geen volwassen planten overal neerzetten en de boel aanharken, maar zaaien, stekken, afleggen, kweken en zien hoe alles groeit en de tuin zich ontwikkelt. Hoe pak je dat het beste aan? We geven alvast wat tips voor duurzaam tuinieren van Anne:
1. Het mag best een beetje rommelig
“Mensen denken heel vaak bij natuurlijk en duurzaam tuinieren, dat het een soort wildernis is. Dat is wel echt een misverstand, want dat is het helemaal niet. Het mag best een formele tuin zijn. Maar wat ik wel denk, is dat een duurzame tuin niet al te opgeruimd is en dat is nog wel een uitdaging in Nederland, want we zijn nogal een aangeharkt land,” vertelt ze in Kunststof. “Er hoeft maar een besje te vallen en dan komt een dienst het opruimen.” Ons land blinkt uit in de gemaaide gazonnetjes met aan beide kanten een border, een schommel of tuinhuisje achterin, een trampoline, rechte heggen en heel veel schuttingen. Zonde, vindt Anne Wieggers, want het kan anders.
2. Laat je snoeiafval gewoon in de tuin liggen
Van haar hoeft het allemaal niet zo strak. Ze zou graag veel meer bloemen zien, minder lege grond en vooral niet zo netjes. Want juist door het snoeiafval in een hoekje te leggen, krijg je bijvoorbeeld egels in je tuin. En de egels die eten dan bijvoorbeeld weer de slakken op. En dat is natuurlijk een veel betere optie dan slakkenkorrels strooien, want vogels voeden hun jongen weer met de slakken die daaraan gestorven zijn en dat wil je natuurlijk niet. Je moet wel zorgen dat de egels ook daadwerkelijk je tuin in kunnen natuurlijk, dus als je een schutting hebt dan is het handig om daar een opening in te maken voor de egels.
3. Houd op met schoffelen en spitten
Je moet het bodemleven rust gooien. Als je fanatiek aan het schoffelen slaat, verstoor je het bodemleven, verarm je de grond, geef je onkruid meer kans om te groeien en er komt veel CO2 bij vrij. En dat wil je niet. Wat dan wel? Je kan organisch materiaal op de aarde leggen, zoals mulchen. Hier leven wormen, bacteriën en schimmels in die goed zijn voor de bodem en dus voor de plant.
4. Bewater je planten met regenwater
Planten zijn over het algemeen helemaal niet zo dol op leidingwater, omdat het vanwege de kalk vaak te hard is. Dat geldt trouwens ook voor kamerplanten. Er zitten bovendien stoffen in, die maken dat de planten de voedingsstoffen minder goed kunnen opnemen. Vang het regenwater dus op en gebruik een gieter om ze water te geven. Als je planten vaak een beetje water geeft, gaan ze trouwens ondiep wortelen en worden ze lui. Geef je ze minder vaak water, dan gaan ze dieper wortelen en is het steeds minder vaak nodig om ze water te geven.
5. Maak een plan voor je tuin
Je kan je tuin natuurlijk organisch laten ontstaan, maar je kan ook een plan maken waarbij je rekening houdt met de bloeitijd van bepaalde planten. Als je dat een beetje geordend aanpakt, heb je het hele jaar door bloeiende bloemen in je tuin staan. Kijk ook even welke kleur bloemen je bij elkaar wil zetten (misschien houd je van een bonte tuin, maar het kan ook zijn dat je juist alles in dezelfde tinten wil) en plant zoveel mogelijk inheemse planten. Dat zijn planten die al honderden jaren voorkomen in ons land, onderdeel uitmaken van het natuurlijk ecosysteem en waar insecten vaak van afhankelijk zijn.
In het boek van Anne Wieggers staan nog veel meer tips. Bijvoorbeeld voor het aanleggen van een geveltuin of een boomspiegel (de grond rondom de boom) of voor potplanten op je balkon en dakterras.
Wij mogen een exemplaar van het boek weggeven. Wil je kans maken? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief (als je dat niet al gedaan had natuurlijk) en laat hieronder in een reactie weten waarom juist jij dit boek wil winnen.
59 gedachten over “5 tips voor voor een mooie duurzame tuin van ecologisch tuinontwerper Anne Wieggers”
Goede tips! Ik hou van rommelig, dus dat is alvast fijn haha 😉 Ik ga er lekker deze zomer mee aan de slag.
Graag wil ik het boek winnen, voor nóg meer inspiratie. Nóg meer ideetjes én om ook anderen weer te inspireren. Hoe meer beestjes er zich thuis voelen, des te beter. Graag tips voor een goede bodem. Bij jou is er orde in de rommelige tuin. Bij mij ís het rommelig en bijleren is welkom!
Ik ben een tuinontwerper in opstart, en wil me richten naar meer natuurlijke vorm van tuinontwerpen, de natuur een stuk zijn vrije loop laten, maar toch beetje gestructureerd.
Ik wil het boek graag omdat ik geen groene vingers heb. En dit een mooie start lijkt.
Ik wil het boek hraag omdat ik geen groene vingers heb. En dit ee mooie start lijkt.
Lijkt me een leuk boek, gelijk gereserveerd bij de bibliotheek. Als ik het zou winnen dan gaat hij na het lezen vast en zeker de boekenkast in voor regelmatig gebruik
Reacties zijn gesloten.