Nadat ze zichzelf al vaak had afgevraagd waar het toch heen ging met de aarde, gaf een zoektocht naar de Chinese roots van haar geadopteerde dochter de doorslag: het moest anders. Samen met een klein clubje mensen stichtte Cynthia van Schendel daarom ‘Klein Oers’, een ecodorp in wording in de buurt van het Brabantse Veldhoven. Inmiddels is de bouw begonnen en het gaat, op z’n Brabants ‘keihard’. Maar dan wel met leem en strobalen.
Van 1 tot 31 oktober is het Anders Wonen Maand op hetkanWEL. Wil je niets missen? Schrijf je dan hier in. Wil je meer informatie? Bekijk dan de speciale pagina.
Eén plus één is drie
Het begon allemaal bij Cynthia. Of eigenlijk: bij haar dochter. “Ik ben moeder van twee kinderen, waarvan de jongste is geadopteerd uit China. Toen zij vijf was, zijn we teruggegaan naar China, om op zoek te gaan naar haar roots. We kwamen erachter dat ze tot het Buyi-volk behoorde, een inheemse etnische groep, die nog echt leven in gemeenschappen. Ze koken samen, eten samen en iedereen heeft zijn eigen plek en rol., jong en oud door elkaar. Ik vond het ontzettend bijzonder om te zien hoe respectvol hier met elkaar en de natuur werd omgegaan.”
Cynthia nam de lessen die ze daar leerde mee terug naar Nederland. “Ik ben daarnaast altijd veel bezig geweest met duurzaamheid en stelde mezelf bij terugkomst de vraag ‘wat wil ik bijdragen aan de aarde?’ Eén plus één bleek drie: ik plaatste een oproepje op Facebook om gelijkgestemden te vinden en voor we het wisten was het idee van een ecodorp in Brabant geboren.”
Praten, plannen, doen
Het clubje gelijkgestemden startte met brainstormen. Hoe moet zo’n zelfvoorzienende plek, waar mensen mét in plaats van naast elkaar en de natuur leven er uit komen te zien? “We kwamen al snel tot de ontdekking dat we in onze manier van leven, in ons gedrag, het verschil zouden kunnen maken. De centrale vraag was dan ook: ‘zijn we bereid om een stuk comfort op te geven ten behoeve van het welzijn van de aarde?’ Al onze ideeën omtrent deze vraag hebben we meegenomen in onze missie en visie, en daarmee zijn we naar verschillende gemeentes gestapt.
Uiteindelijk bleek de gemeente Veldhoven wel oren te hebben naar ons plan.” Vooral de woningcorporatie speelt een bijzondere rol in het proces. “Het gebeurt wel vaker dat een woningcorporatie wordt aangehaakt bij een dergelijk plan, maar ik vind dat ze uitzonderlijk veel lef hebben getoond. De woningstichting geeft ons alle vrijheid en fungeert vooral als ondersteunend en adviserend orgaan. Zodoende komen hier ook veel sociale woningen, iets wat we heel belangrijk vonden.” In maart ging de eerste schop de grond in en inmiddels wordt er hard gebouwd met materialen uit de directe omgeving, die volledig circulair zijn: hout, strobalen en leem.
Lemen hutjes en poepen in de bosjes
Bij een ecodorp denken veel mensen aan lemen hutjes en poepen in de bosjes en volgens Cynthia is dat ook eigenlijk zo. “Onze huizen worden extreem efficiënt en licht gebouwd en komen regelrecht uit de fabriek. De binnenwanden zijn geluiddicht geïsoleerd met katoen van gerecyclede spijkerbroeken, we maken gebruik van damp-open strobouw-gevels en vochtregulerend leemstucwerk, dus dat lemen hutje klopt ergens wel.”
Ook het sanitair is bijzonder: “Iedereen maakt gebruik van een spoelvrij toilet en de compost die dat uiteindelijk oplevert, gebruiken we in onze tuin. Hiermee sluiten we de voedselkringloop.” Overal in het ecodorp staan milieuvriendelijkheid en duurzaam leven voorop. “In feite is een ecodorp een verzameling mensen die ergens gaan wonen en graag duurzaam en zelfvoorzienend willen zijn. Ons bestaan moet zo min mogelijk impact op de aarde hebben.”
Niet off grid
Toch is Klein Oers niet off grid. “In eerste instantie was het wel de bedoeling helemaal off grid te gaan. Dat komt omdat de natuur mijn inspiratie is. Je ziet katten, honden of eekhoorns ook gewoon leven zonder kraan, verwarming of elektra. Waarom lukt dat de mens nou niet? Maar ik kwam eigenlijk al snel tot de conclusie dat dat in Nederland vrijwel onmogelijk is. Althans, niet zonder in te leveren op milieuvriendelijkheid.
Elke dag vuur stoken is bijvoorbeeld niet bepaald duurzaam en ook accu’s met lithium zijn niet zo goed voor ons milieu. Dan moet je toch concluderen dat off grid gaan ten koste gaat van het milieu, en dat wilden we nou net voorkomen.” Daarom maakt de gemeenschap gebruik van wat er al is: bestaande leidingen en voorzieningen. “We proberen, naast duurzaam te bouwen’ ook vooral te kijken hoe we duurzaam kunnen leven.”
Delen en zorgen
Dat doet de gemeenschap onder andere door veel te delen. “Gereedschap, auto’s, en de wasmachine: we gaan ze allemaal delen. We hebben echt ons eigen plekje, maar gaan ook samen leven en voor elkaar zorgen.” Dat is vaak mooi, maar soms ook moeilijk. “We proberen elkaar als community echt te leren kennen. Dat doen we onder andere door verdiepingsdagen, waarin we een hele dag met elkaar ravotten en verdiepende spelletjes spelen. Dat klinkt misschien gek, maar zo kom je vaak wel tot kern.”
Toch kan het ook best hard werken zijn. “We zijn constant op zoek naar evenwicht, dat is echt een zoektocht. De nieuwkomers willen sommige beslissingen graag nog eens onder de loep nemen, maar de mensen die hier al een tijdje meedraaien zijn echt toe aan dóen. We gaan confrontaties niet uit de weg, maar praten net zo lang tot alles is gezegd. Alleen zo kom je tot beslissingen die door iedereen worden gedragen.”