Fietsen in Bretagne: een absolute aanrader

Eens in de zoveel tijd komt het onderwerp fietsvakantie opduiken, maar tot op heden heb ik altijd koppig volgehouden dat dit niks voor mij was. Dat had alles te maken met de fietsvakanties uit mijn jeugd, die ik oersaai vond en – in geval van regen en tegenwind- zelfs ronduit vervelend. Maar toen een Française me vorig jaar beelden liet zien van de fietsroute die dwars door Bretagne loopt, wist ik meteen: dit wil ik doen! En ik kwam niet bedrogen uit: het was fantastisch!

Bretagne

Bretagne kende ik vooral van de indrukwekkende rotspartijen aan de kust, de enorme golven die tegen de basaltblokken aan beukte, het eiland Mont St Michel dat bij eb geen eiland meer was en de doedelzakken met bijbehorende kilts die ook hier – in ‘klein Brittannië’ – traditie zijn.

Bretagne is lange tijd het strijdtoneel geweest van Britse en Franse machthebbers. En de regio is, zo zal elke gids met trots vermelden, lange tijd onafhankelijk geweest. Pas in 1574 werd het onderdeel van Frankrijk, maar nog steeds heeft de regio een eigen taal en lijken de bewoners zich meer Bretons dan Frans te voelen.

Fiets huren in Bretagne

Omdat het er (doorgaans) niet bloedheet wordt en het landschap hooguit hier en daar een beetje heuvelachtig is, is Bretagne de perfecte plek om op fietsvakantie te gaan. Hiervoor kan je natuurlijk je eigen fiets meenemen vanuit Nederland, maar wij huurden een fiets bij abicyclette voyages. De fiets wordt helemaal op jouw lengte afgesteld en kan bij je hotel worden afgeleverd en weer opgehaald worden op je eindbestemming (dat is wel zo fijn als je geen puf hebt om een heel rondje Bretagne te doen).

Ook worden er twee fietstassen bij geleverd, waar je verbazingwekkend veel bagage in kwijt kan. Wel is het makkelijk om gebruik te maken van packing cubes, zodat je je bagage heel makkelijk vanuit je koffer of rugzak kan overhevelen in de fietstassen. De koffer wordt vervolgens door het bedrijf weer afgeleverd bij je eindbestemming waar ze ook de fietsen komen ophalen. Er zijn hotels langs de fietsroutes die speciaal plek hebben om je fiets veilig te stallen terwijl jij ergens wat gaat eten of gewoon lekker gaat slapen.

Rennes

Elektrische fietsen

Wij kozen voor elektrische fietsen. Dat klinkt misschien een beetje als valsspelen, omdat de route waarlangs we fietsen voornamelijk vlak is. Maar het maakt het leven een stuk makkelijker én je kan meer kilometers afleggen zonder dat je helemaal bezweet aankomt. Ook wat waard.

Als je het fietsen zat bent of een stuk wilt afsnijden, kan je de fiets makkelijk meenemen met de trein. Er zijn er meer dan 300 regionale treinen die je bijna overal in Bretagne brengen en de fiets mag gewoon mee. Die combinatie van het vlakke landschap én het dichte treinnetwerk maakt dat je Bretagne op een hele duurzame kan bereizen (je hoort het: ik ben echt he-le-maal om).

Hoe kom je met de trein in Bretagne? 
Heel eenvoudig: je neemt de Eurostar richting Parijs, daar neem je op Gare du Nord de metro (4) naar Gare Montparnasse (het is 5 km, daar doe je ongeveer een kwartier over, maar het is ook nog 10 minuten lopen van de metro naar de trein, dus neem de tijd voor je overstap).
Tip: koop je metrokaartjes alvast in de restauratiewagen van de Eurostar. Je kan ze ook heel makkelijk bij de automaat kopen op het station, maar daar kunnen als je pech hebt lange rijen staan. Goed om te weten: een los kaartje is niet duurder dan een tienrittenkaart (€2,10 enkele reis). En bewaar je metrokaartje vooral tot je de bestemming hebt bereikt en de metropoortjes uit bent, want anders heb je kans dat je een boete krijgt bij controle omdat je niet kan bewijzen dat je daadwerkelijk voor de rit betaald hebt (ik ken mensen die dit is overkomen).
Vanuit Gare Montparnasse ben je met de TGV binnen anderhalf uur in Rennes. Ook andere belangrijke Bretonse steden zijn makkelijk en snel met de TGV te bereiken. De kaartjes kan je vooraf bij NS International boeken of bij Eurostar zelf, want via de website of de app kan je een zogenoemde 'Connectng Ticket' boeken naar meer dan 100 Franse stations. Op die manier hoef je maar één enkele reservering te maken om vanuit Amsterdam, Schiphol of Rotterdam via Parijs verder te reizen naar een andere Franse bestemming, zoals Rennes.
Verder zijn er in Bretagne, zoals gezegd, meer dan 300 regionale treinen waarin je de fiets mag meenemen en de hele regio kan doorkruisen. Een kaartje kan je heel makkelijk op het station kopen in een automaat (werkt eigenlijk net zoals in Nederland).

Fietsen langs het kanaal

9 lange afstandsroutes

Bretagne kent 9 lange afstandsroutes langs fietspaden en rustige wegen. In totaal zou je er bijna 2700 km kunnen fietsen over jagerspaden langs kanalen, voormalige spoorlijnen, rustige weggetjes langs oude landhuizen, kunstwerken en de kust met (in het noorden) uitzicht op de Mont St. Michel. De fietsroutes lopen aansluitend van Nantes in het Zuiden tot Mont-Saint-Michel in het Noorden (, maar zoals gezegd kan je makkelijk stukken overslaan door de trein te nemen.

Je kunt de gids met de fietsroutes hier downloaden of ophalen bij de plaatselijke VVV. Een andere optie is om je hele fietsvakantie uit handen te geven en alles door bijvoorbeeld Better Places te laten organiseren (scheelt een hoop rompslomp en je kan jouw reis op maat laten samenstellen). Better Places is een reisorganisatie waar duurzaamheid hoog in het vaandel staat en die reizen precies kunnen samenstellen naar jouw wensen. Wij hebben goede ervaringen met ze.

Het kanaal met 11 sluizen

Goed, onze fietstocht begon dus in Rennes, waar we (na een stadswandeling en een heerlijke maaltijd) binnen een mum van tijd de stad uit waren en in volle stilte over het jaagpad langs het Ille-et-Rance kanaal fietsten, met links het kanaal en rechts eindeloze rijen bomen. Binnen no time voelde ik hoe de constante stroom gedachten tot stilstand kwam, hoe de rust in mijn lijf zakte en er even niks meer bestond behalve het knerpende zand onder m’n wielen, het ruisen van de bomen, het fluiten van de vogels, het kabbelen van het water en heel af en toe een vrolijk ‘bonjour’ als we fietsers, wandelaars of kanoërs tegenkwamen.

Het 14 km lange kanaal verbindt Rennes met de monding van de Rance en telt op een kort stuk maar liefst 11 sluizen. Dat heeft alles te maken met het hoogteverschil van 27 meter dat door de scheepvaart overbrugt moest worden.

Bij Hédé -Bazouges zie je een paar van de sluizen mooi achter elkaar liggen en kan je een bezoek brengen aan het Maison du Canal, een voormalig sluishuis waar een gids op verzoek van alles kan vertellen over de geschiedenis van het kanaal, de sluizen en het zware leven van de sluiswachters. De sluizen werden met de hand bediend en het duurde 20 minuten voordat een sluis zich vulde. Kortom: aan haastige spoed had je niks als je door het kanaal wilde.

Tot de jaren ’70 werd het kanaal nog gebruikt door kleine vrachtschepen, maar sinds die tijd wordt het alleen nog voor toerisme gebruikt. Alle sluizen worden nog steeds met de hand bediend en zijn goed onderhouden: er komt nu nog steeds eens in de twee dagen een boot langs. Al zijn wij daar geen getuige van.

Ommuurde steden, kastelen en oesters

De fietstocht langs het kanaal brengt ons uiteindelijk bij Dinan, Dinard en Saint-Malo, waarvan de laatste twee aan weerzijden van een baai aan de kust liggen. Na een stadswandeling met een gids door Dinan (aanrader) en een overnachting in het rustiger Dinard brengt een pont ons naar het toeristische Saint-Malo.

Hier lopen we door een autovrije oude stad over middeleeuwse stadsmuren langs de kust en luisteren we naar verhalen over de rebelse bevolking, zeerovers en de 7 forten in zee die de stad tegen de Britten moesten beschermen. De Engelsen probeerden 11 keer om de stad in te nemen wat 11 keer mislukte.

In Saint-Malo vind je ook een van de grootste getijden van Europa waarbij de golven meer dan 13 meter hoog kunnen worden waardoor je zelfs op de metershoge muren nat wordt.

Na Saint-Malo rijden we langs de kust richting Cancale, het dorp dat bekend staat om de geweldige oesters. Je kan er (als het eb is) dan ook een rondleiding krijgen over de oesterfarm en er eindeloos oesters eten. Nou ben ik daar zelf als vegan minder in geïnteresseerd, maar ik heb me laten vertellen dat het fantastisch is. En dat geloof ik, want de vegan lunch die het visrestaurant Cote Mer speciaal voor mij klaarmaakte was heerlijk!

Overigens is vegan eten nog een behoorlijke uitdaging in Bretagne. Ik kreeg dan ook de tip om zelf boodschappen te doen en onderweg te picknicken met baguette, tapenades en andere vegan lekkernijen die in winkels prima verkrijgbaar zijn (je moet inventief zijn).

Conclusie

Uiteindelijk was ik maar 4 dagen in Bretagne en fietsten we van Rennes naar Dinan, Dinard, Saint-Malo, Cancale naar Dol-de-Bretagne waar we de trein terug naar Rennes namen. We hadden een stadwandeling met een gids in Rennes, Dinan en Saint-Malo en bezochten en oesterfarm in Cancale. Omdat we al met al vier dagen vooral buiten waren en de elektrische fiets ervoor zorgde dat we heel rustig aan van het landschap konden genieten, voelde deze korte trip als een vakantie van zeker een week. Zo uitgerust en opgeladen voelde ik me. Ik ben dan ook voorzichtig alweer aan het kijken naar mijn volgende fietstripje. Aanrader dus.  

Lees ook: Moniek heeft dé tip voor een makkelijke fietsvakantie door Oostenrijk En: 5 tips voor een fietsvakantie langs de Franse kust.  

-Dit artikel bevat één of meerdere affiliate links-

Over de schrijver