Houden Nederlanders zo van de bergen, omdat we ze zelf niet hebben? Of maken de bergen iedereen die ze bezoekt gelukkig? Ik weet het niet, maar de bergen hebben in de winter op mij altijd een heel rustgevend effect. De frisse lucht, de overweldigend mooie natuur, de rust en– als je geluk hebt – de zon, geven me altijd een enorme energie boost. Alleen horen we steeds vaker dat de wintersport om duurzaamheidsredenen eigenlijk niet meer kan. Mogen we nog wel genieten van de bergen in de winter?
Twee Franse dorpen in de Portes du Soleil – Les Gets en Châtel – die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan, nodigden mij uit om te verkennen hoe je kunt genieten van een wintersportvakantie zonder de natuur en het milieu in de bergen te beschadigen. Voor de bewoners in deze dorpen is dat essentieel. Ze leven van het (ski)toerisme en zijn constant bezig om de lokale economie te combineren met het beschermen van de natuur.
Vertraging in Brussel
Het is zondagochtend een uur of zeven als mijn wekker gaat. Normaal gesproken zou ik me nog even omdraaien, maar vandaag niet. Ik ga met de trein naar de Franse Alpen. Het is ijskoud, maar de Thalys naar Parijs vertrekt keurig op tijd uit Rotterdam. Tot Brussel gaat alles voorspoedig, maar dan staan we stil. Ik zit heerlijk, krijg regelmatig een lekker kopje thee van de mevrouw van de catering, maar de minuten tikken voorbij en ik ben bang dat ik mijn aansluiting in Parijs niet meer ga halen. Er zit niets anders op dan rustig wachten op het verlossende nieuws. Dat komt een uur later, we kunnen weer gaan.
Goede service en een upgrade
Via de website van de Franse spoorwegen probeer ik te achterhalen hoe ik toch op mijn bestemming kan komen. Dat blijkt vrij eenvoudig. Ik krijg van de conducteur van de Thalys een gestempeld kaartje waarmee ik naar het loket op Paris Gare de Lyon kan, om mijn ticket om te boeken.
Aan een aardige mevrouw achter het loket leg ik – in mijn beste Frans – de situatie uit en twee minuten later ben ik met een nieuw ticket voor de TGV én een upgrade, weer ‘back on track’. Een enorme meevaller. Ik had me ingesteld op drie uur opgevouwen in het gangpad zitten, maar dat werd drie uur lekker ontspannen in de eerste klas.
Met een Tesla door de haarspeldbochten
Twee uur later dan gepland stap ik uit op station Bellegarde, vlakbij de Zwitserse grens. Je kunt op Bellegarde nog overstappen op een ‘normale’ trein om iets dichterbij Les Gets te komen. Dat scheelt weer in de kosten van een taxi, maar voor zo’n korte trip was dit wel zo prettig.
De Tesla-taxi zoeft in ruim een uur geruisloos via wat haarspeldbochten naar mijn eerste bestemming midden tussen de bergen, Hôtel Labrador in Les Gets. Daar zet ik mijn tas in mijn kamer, trek mijn wandelschoenen aan en vertrek meteen weer op een drafje, want ik heb nog net genoeg tijd om Alta Lumina – een kunstroute met licht en muziek – wat hoger op de berg, te bezoeken.
Efteling in de sneeuw
Ik kom net voor sluitingstijd aan. Na de treinreis ben ik blij met de beweging en de frisse lucht. Alta Lumina vertelt het verhaal van een reizende muzikant die in zijn luchtballon over de Alpen vliegt en op een dag crasht. Het doet me een beetje denken aan het Sprookjesbos van de Efteling en bedenk me dat mijn kinderen het te gek hadden gevonden. Ondanks het ietwat ‘tragische’ verhaal, is het magisch om het licht in de bergen te zien. Na deze ervaring verheug ik me op het diner, waar ik de de andere Nederlandse journalisten ontmoet die ook zijn uitgenodigd.
Een vegetarisch restaurant
We ontmoeten elkaar in het eerste volledig vegetarische restaurant La Piste Noire in Les Gets. Het idee dat ik echt alles op de kaart kan eten, maakt me blijer dan ik vooraf had gedacht. Met een volle maag, moe en voldaan, kruip ik een paar uur later mijn bed in, zet de wekker en ben binnen een paar seconden naar dromenland vertrokken.
De zon won het van de wolken
Als ik ’s ochtends de gordijnen opendoe, verschijnt er een grijns van oor tot oor op mijn gezicht. De weersvoorspelling was dat het bewolkt en mistig zou zijn, maar de weergoden waren me goed gezind. De zon is net op en er is geen wolk te bekennen. Ik zie het hele gebied in volle glorie. Snel kleed ik me warm aan, want we gaan in de sneeuw mountainbiken op een elektrische fatbike (je weet wel met van die dikke banden).
Een elektrische fat-bike
Aangekomen bij Loisibike staat de gids al klaar. Ik krijg een helm, een korte uitleg hoe de fiets werkt en we gaan. Binnen een paar minuten zijn we het dorp uit en zitten we midden tussen de bergen. De sneeuw kraakt onder mijn banden en het ene uitzicht op de bergen is nog mooier dan het andere. Er is de afgelopen tijd veel sneeuw gevallen in het gebied en dat maakt het fietsen alleen maar leuker.
We gaan over brede paden omhoog en wie wil kan af en toe even ‘off road’, om over een iets uitdagender parcours te fietsen. Boven op de berg – met uitzicht op de Mont Blanc en een Natura 2000 gebied – drinken we snel een kop koffie, voordat we aan de afdaling gaan beginnen.
Een adrenaline kick
Bergaf blijkt nog leuker te zijn dan bergop. Als de wind langs mijn gezicht blaast en de fiets snelheid maakt, voel ik de adrenaline stromen. Het gevoel lijkt een beetje op skiën. Halverwege de afdaling slaan we af naar een klein paadje, maar dat blijkt niet zo’n succes. Er is te veel sneeuw gevallen, waardoor het pad te zacht is en het voor beginners (zoals ik) moeilijk is om je balans te houden. Ik val een keer of vier naar links of rechts en wordt gelukkig opgevangen door een dik pak verse sneeuw, krijg de slappe lach, draai mijn fiets om en loop weer naar boven. Volgende keer beter.
Een nieuwe hobby rijker
Het mountainbiken is een lekkere manier van bewegen in de bergen. Het is bergop best intensief, maar als je even wilt uitrusten, zet je de fiets op Turbo en sprint je omhoog. Het uitzicht is adembenemend mooi en de lucht is knisperend fris. Weer terug bij de shop zit ik van top tot teen onder de sneeuw, maar ben ik een nieuwe hobby rijker.
Skiën in de wolken
Na een heerlijke lunch bij La R’Mise en even de tijd om op te warmen en mijn spullen te laten drogen, gaan we het gebied op ski’s ontdekken. In Les Gets zijn twee skigebieden. Een groot gebied met toegang tot de Portes du Soleil en een kleiner gebied waar de lokale bewoners graag skiën Daar is het altijd rustig. Wij gaan onder begeleiding van een gids naar dit kleinere gebied. Er zijn een aantal mooie afdalingen en wat me opvalt is, dat het gebied ‘rookvrij’ is. Iets dat me nog nooit is opgevallen in een skigebied, maar dat heel logisch is. Het voorkomt enorme hoeveelheden zwerfafval.
Terwijl we in de lift zitten, zien we ineens geen hand meer voor ogen. De voorspelde bewolking komt toch, maar het mag de pret niet drukken. We genieten gewoon van de lege pistes met goede sneeuw.
Na zo’n intensieve dag buiten, is de hele groep ’s avonds moe. We eten bij L’As des Neiges – met voldoende vegetarische gerechten op de kaart – en gaan lekker vroeg naar bed.
Duurzame wintersport met Flocon Vert Flocon Vert is het groene sneeuwvlokje. Dit label helpt toeristen bij het kiezen van een duurzame bestemming, waarbij verantwoord toerisme wordt gestimuleerd. Flocon Vert betekent niet alleen dat er in het dorp afval wordt gescheiden, het reizen met de trein wordt gestimuleerd, honderden vrijwilligers jaarlijks de pistes schoonmaken en roken verboden is, maar ook dat duurzaamheid bij restaurants en hotels hoog in het vaandel staat. Voor de inzet op het gebied van duurzaamheid ontving Châtel in 2015 het label en ook in Les Gets zijn ze druk bezig om aan de eisen te voldoen.
Een dorp dat wegvalt tegen de rotsen
De volgende ochtend skiën we van Les Gets naar Châtel. Het is een prachtige tocht van drie uur over mooie pistes tussen de bomen. We steken te voet het plein van het dorp Morzine over, nemen daar de lift en skiën vervolgens door Avoriaz. Avoriaz is in 1960 gebouwd en had toen al een duidelijke visie op duurzaamheid.
De (veelal kleine) appartementen liggen met hun ramen richting de zon, waardoor ze zo veel mogelijk warmte absorberen en de speciale daken hebben een constructie, waardoor de sneeuw het appartement beter isoleert. Duurzaamheid zit echt in het DNA van het dorp. Daarnaast is het dorp ook nog zo gebouwd dat het van een afstand volledig wegvalt tegen de rotsen in het landschap.
De kleinste boer van Châtel
Rond lunchtijd komen we aan in Châtel waar we aan tafel gaan in het bergchalet Plaine Dranse. De specialiteit is verschillende soorten fondue of gesmolten varianten van Abondance, de lokale kaas waar het gebied bekend om is. De eigenaar van dit restaurant noemt zichzelf ‘de kleinste boer van Châtel’. Hij heeft 15 koeien, die in de winter bij zijn neef in het dorp staan en in de lente en zomer boven op de berg rond het chalet grazen. Van de melk die de koeien geven, maakt hij kaas die hij in zijn eigen restaurant gebruikt. Lokaler en lekkerder eten dan dit wordt het echt niet.
Een dorp in een Natura 2000 gebied Châtel is een oud Savoyaards dorpje met een lange landbouw-traditie. Nog steeds zijn zo’n dertig (jonge) boerenfamilies actief die vooral Abondancekaas maken. Châtel ligt midden in een Natura 2000 gebied, het Mont de Grange natuurpark van ruim 1.260 hectare. Het park is rijk aan biodiversiteit. Er wordt ingezet op natuurbehoud zonder de menselijke activiteit helemaal uit te bannen. Zo werken in Châtel boeren en de toeristische sector nauw samen. Alpenweiden worden in de zomer onderhouden door koeien en transformeren ’s winters in pistes, wanneer de koeien toch op stal staan.
De kaasboerderij
Na de lunch skiën we nog een paar afdalingen en komen we aan in het dorp. Daar leveren we onze spullen in en wandelen we naar het familiehotel Fleur de Neige waar we zullen overnachten en dineren met lokale producten. Na een heerlijke nacht, bezoeken we ’s ochtends nog snel een kaasboerderij in de buurt, waar we uitleg krijgen over het maken van de kaas, en die mogen proeven onder het genot van een glaasje wijn.
Na een soepele en ontspannen treinreis kijk ik thuis terug op een heel inspirerende trip.
Tips om duurzaam op wintersport te gaan
- Ga met de trein naar je bestemming. Dat is niet alleen leuk en ontspannen, maar ook de meest duurzame manier van vervoer.
- Overnacht in een hotel, hostel of appartement waar ze echt aandacht aan duurzaamheid besteden.
- Houd op vakantie – net als thuis – rekening met je energie- en watergebruik.
- Eet zoveel mogelijk lokaal, seizoensgebonden, vegetarisch of plantaardig.
- Scheid je afval en gebruik zo min mogelijk plastic.
- Neem je eigen waterfles mee.
- Geniet met volle teugen van de natuur en van je vakantie.
- Inspireer anderen met je duurzame reiservaringen.
Wil je meer lezen over een duurzame wintersport? Lees dan ook dit artikel waar ik meer vertel over toerskiën.
PS Dank aan The North Face voor de duurzame jas, die mij ook deze trip weer heerlijk warm en droog heeft gehouden. Hier lees je meer over duurzaamheid bij The North Face. Wil je meer weten over de Anders Reizen Maand, klik dan hier.