Wat drijft mensen om hun eten rechtstreeks bij de boer te gaan kopen? Of, sterker nog, voor dit doel een collectief te starten? In een korte serie onderzoekt Sandra van Kampen (adjunct-directeur bij Urgenda) deze zomer dit fenomeen. En probeert zij erachter te komen wat maakt dat boer en consument of klant en winkelier elkaar vertrouwen.

Onze stadsboerin is mijn lokale heldin. Haar bruine, sterke armen die uit het t-shirt steken onder haar blauwe tuinbroek. Haar handen waarvan de nagels echt nooit meer schoon worden van de modder. Haar blonde haar dat er altijd een beetje Pipi Langkous-achtig uitziet. En dan natuurlijk die blauwe ogen die stralen als ze vertelt over de zojuist geoogste broccoletti, waarvan de zaadjes uit Italië zijn meegenomen door een trouwe klant uit een aangrenzende wijk. Zij maakt dat ik met plezier met mijn grote boodschappentas (en met mijn vaste partner, wees gerust) elke zaterdag naar de stadsboerderij loop en elke keer weer met meer thuiskom dan ik van plan was.
Boudien Philips is haar naam. Zo’n zes jaar geleden vestigden zij, haar man Todd en hun drie dochters zich op de reeds bestaande stadsboerderij Caetshage in Culemborg. Ze wisten het tot dan toe gestaag groeiende bedrijf – 2,5 hectare grond tussen twee woonwijken waar nog weinig productie vanaf kwam – om te toveren tot een plek met grote bekendheid in Culemborg en wijde omgeving. Inmiddels nemen hier 160 vaste klanten wekelijks een groentepakket af. De bijbehorende groentewinkel is twee keer per week geopend en ik durf wel te stellen dat Toute Culemborg daar af en toe zijn opwachting maakt. Al is het alleen maar om het eens gezien te hebben of een leuk uitje met de kids te maken. Regelmatig struikel ik bij het boodschappen doen over delegaties fotograferende Japanners, Scandinaviërs en Spanjaarden.
Deze directe relatie met de boerin die mijn groenten teelt, is voor mij de ultieme vorm van vertrouwen. Wat maakt dat ik blind alles koop dat uit de grond of de kassen van Todd en Boudien komt? Is dat het feit dat men een EKO-keurmerk voert? Niet alleen. Ik vertrouw op hun vakmanschap. Ga er blind vanuit dat een bedrijf waar zoveel klanten over de vloer komen, met respect omgaat met het milieu en de eveneens daar rondlopende schapen. En dus zorgt dat er geen gif op mijn eten zit. En als dat wel eens een keer het geval zou zijn, daar een verdomd goede reden voor heeft. Belangrijker nog vind ik dat ik meemaak hoe Todd en Boudien leven, voor welke gewassen ze kiezen, hoe ze hun bedrijf willen vormgeven en wat hun toekomstplannen zijn. Deze directe relatie met de producent van ons eten, maakte ook dat mijn vriendin en ik twee jaar geleden een substantieel bedrag investeerden in de bouw van hun boerenwoning. Het gezin woonde tot voor kort in een lekkende bouwkeet en met behulp van heel veel vaste klanten is hun nieuwe huis gefinancierd.

Vertrouwen is echter nog maar het begin van een gezonde voedselketen bedacht ik me onlangs, peinzend tussen de paarse bonen, de veldsla en de koolrabi’s. Het gaat er ook om dat je als klant zo nu en dan je verantwoordelijkheid neemt. Want ondanks onze mooie relatie-op-afstand, blijft Boudien zitten met de oogst als het mis gaat. Of met het feit dat er niks geoogst kan worden. Ik kan altijd nog naar de Albert Heijn. Hoe los je zoiets als klant en producent samen op? Door ook eens een minkukelige bloemkool aan te schaffen of een wortel met drie benen? Hoe maak je de relatie echt wederkerig en wat betekent dit financieel?
Heb je suggesties of ideeën? Laat het Sandra weten via sandra.van.kampen@urgenda.nl
1 gedachte over “Vertrouwen is nodig voor een gezonde voedselketen”
Pingback: Helemaal hip en gezond: Dutch Cuisine - hetkanWel.nl
Reacties zijn gesloten.