Goede en slechte vetten. Hoe zit dat nou?

Zijn vetten ongezond? Zoals altijd gaat het om de mate waarin je vet eet én welke vetten je eet. Vetten zijn een basisonderdeel van je voeding en vormen een energiereservoir voor de lange termijn. Vet van plantaardige oorsprong is vaak gezond; denk bijvoorbeeld aan olijven of avocado. Het eten van transvetten, in combinatie met weinig bewegen en veel suikers kan een nadelig effect op je gezondheid hebben. Wat zijn goede en slechte vetten? We leggen het uit.

Goede en slechte vetten

Lange tijd had vet een slechte reputatie. Het zou je dik maken, maar zo zit je spijsvertering niet in elkaar. Iedereen reageert totaal anders op dezelfde voedingsmiddelen. Het ideale voedingspatroon is voor iedereen anders.

Het goede nieuws is dat je van vet niet dik wordt. Vet is een natuurlijke en stabiele leverancier van energie. Wel is het belangrijk om goede en slechte vetten van elkaar te onderscheiden. Vet dat maar enigszins bedorven is, moet je het direct weggooien. Als je bedorven vet eet, worden er diverse ontstekingsreacties in je lichaam getriggert en dat kan tot blijvende schade leiden aan je botten en organen.

Oxidatie is een vorm van bederf. De meeste plantaardige vetten oxideren bij verhitting en worden daardoor schadelijk voor je lichaam. Dit geldt zeker ook voor transvetten. Dit zijn chemisch bewerkte vetten uit de voedselindustrie die vaak kunstmatig gehard zijn. Denk aan frituurvet en margarine. Wil je bakken en braden, gebruik dan kokosolie, ghee (gezuiverde boter) of varkens- of runderreuzel. Voor koud gebruik, in salades e.d. zijn plantaardige vetten ideaal.

Helende vetten

Bepaalde vitamines, zoals vitamine A, neemt het lichaam alleen maar op als die ingebed zijn in vet. Maar in goede vetten zitten nog veel meer gezonde stoffen. De bekendste is zonder twijfel de omega-vetzuren in visolie. Olijfolie is goed voor je botten, en ook hartproblemen, depressie en zelfs rimpels zijn te ondervangen met goede vetten.

Kokosolie is nog zo’n topper.  Je kunt het op je huid en haar smeren en het maakt niet voor niets deel uit van tal van cosmeticaproducten. Het breekt ook buikvet af, wat fijn is als je een beetje wilt afslanken en het oxideert nauwelijks bij verhitting, wat deze olie ideaal maakt voor frituren.

Met olie wordt gemasseerd, en er bestaat ook een eeuwenoude Indiase techniek, shirodhara. Hiermee wordt lauwwarme olie vanuit een kruik op iemands hoofd gegoten in een constante stroom. Het schijnt te helpen tegen migraine, sinusitis, slapeloosheid, hoorproblemen en tinnitis.

Slank met vetten

Hoe tegenstrijdig dit ook klinkt, vetten kunnen je slank maken. Het meest evident is dit met kokosolie. Dit bevat het vetafbrekende laurinezuur. Onderzoekers die op Okinawa het dieet analyseerden van de vele kerngezonde ouderen daar, ontdekten at het eten van deze nogal slanke mensen ‘bijzonder vettig’ was.

Je kunt je afvragen waardoor je kunt aankomen, als het niet door vet komt. Het antwoord is: het totale voedings- en leefpatroon. Een combinatie van veel dierlijk vet en transvetten, veel bewerkt voedsel, veel geraffineerde suikers, weinig plantaardige, vezelrijke voeding en weinig beweging: dan loop je aardig kans op overgewicht, gesteld dat je daar aanleg voor hebt. Bij de meeste mensen is die aanleg wel min of meer aanwezig. In het andere geval worden ze alleen maar ziek.

Over wat in de genoemde vetten, je dan slank maakt, vallen vele ingewikkelde biochemische verhalen te vertellen. Goed uitgangspunt is om fabrieksvetten in goedkope koek en gebak en frituurvet te laten staan en te kiezen voor lekkere en biologische olijfolie of notenolie. Dingen die snel bederven zijn eerder goed te noemen; het betekent dat er geen kunstmatige toevoegingen in zitten.

Foto door Taryn Elliott

Over de schrijver