Groene Mient: Eva Veenma woont in deze woongemeenschap vlakbij het strand

In het hart van Den Haag, vijf minuten fietsen van het strand, ligt een bijzonder stukje groen: Groene Mient. De 33 huishoudens in deze duurzame woongemeenschap hebben allemaal een eigen huis, maar delen de tuin, een gezamenlijke ruimte en een leven. Ik sprak Eva Veenma over haar leven op deze bijzondere plek.

Als ik naar onze afspraak fiets, besef ik dat ik al zo’n honderd keer langs deze woongemeenschap ben gefietst zonder dat ik wist wat voor bijzondere plek het was. Maar daar komt dan eindelijk verandering in.

Een snoepwinkel voor de creatieve mens

Vrolijk doet Eva de deur voor me open. Via een hal kom ik in haar woonkamer waar ik mijn ogen uitkijk. Ik zou het willen omschrijven als een snoepwinkel voor de creatieve mens. Geen hoekbank met televisie voor Eva, maar een hoek om te schilderen, naaimachines onder de trap, een werkbank voor haar dochter en een grote tafel waar keurig gesorteerde, gekleurde stiften, pennen en kleurpotloden staan. De trap is geel en achter de keuken geeft een mooie rode wand diepte aan haar kamer. Eva grinnikt als ze me met open mond ziet kijken: “Ik houd van kleur.”

Een leeg stuk grond en een dochter die nog niet kon lopen

Eva woont samen met haar dochter in dit mooie, lichte huis. Eva: “Als mensen me vragen hoe lang ik hier al woon, denk ik altijd aan de leeftijd van mijn dochter. Toen we hier voor het eerst kwamen kijken en de plek nog slechts een leeg stuk grond was, kon ze nog net niet lopen. Ze was toen één jaar oud. Inmiddels is ze elf.”

Op een dag kwam er beweging

Groene Mient begon als een droom van een groep pioniers die geloofde in een andere manier van wonen. Met verbondenheid, gemeenschapszin en respect voor de natuur, maar voordat ze konden gaan bouwen, moesten ze wel een aantal hobbels overwinnen. Eva: “Toen ik hoorde over Groene Mient, dat toen nog Vormidabel heette, lag het project al lang stil. Er was een ideaal om sociaal en ecologisch te bouwen, maar er zat geen beweging in.” 

Bij Vormidabel speelde woonbouwcorporatie Vestia een belangrijke rol. Vestia zou twintig sociale huurwoningen realiseren, naast de dertig koopwoningen. In januari 2012 kwam de Vestia-affaire aan het licht, waardoor alle projecten waar Vestia bij betrokken stil kwamen te liggen. Na 8 jaar praten was dit de nekslag voor Vormidabel.

In september 2013 vond de ‘doorstart’ plaats waarna het project Groene Mient ging heten en er alleen nog maar koopwoningen in het plan werden opgenomen. Eva: “Toen zijn mijn toenmalige partner en ik erin gesprongen. We werden lid van de vereniging en gingen actief deelnemen in de ontwikkeling.”

Anders Wonen. Inspirerende verhalen en tips van woonpioniers
Smul je van deze verhalen en wil je er nog veel meer lezen? Dan is ons nieuwe boek 'Anders Wonen' misschien wel iets voor jou. Hierin lees je de verhalen van 16 heel verschillende woonpioniers, die allemaal hun verhaal delen. Dankzij de mooie fotografie lijkt het net alsof je zelf bij ze binnenstaat. En natuurlijk vind je ook achtergronden en tips in het boek. Meer informatie vind je hier.

Een kavel kwam vrij en werd snel gevuld

Aan de Mient, op de plek waar een oude school stond, had de gemeente grond gereserveerd en gaf ruimte om binnen de afgesproken termijn met een plan te komen.

De gemeente was in eerste instantie positief, maar zagen de initiatiefnemers als een stelletje dagdromers. Ze geloofden niet dat dit bewonersinitiatief de plannen ook konden realiseren. Daarom stelde de gemeente allerlei deadlines. Als het zou mislukken, zou het kavel naar individuele eigenaren gaan. Ze zagen Groene Mient als tijdverlies, maar dat bleek een vergissing te zijn.  Eva: “Ze hadden verwacht dat er een rijtje van vier huizen gevuld zou worden. Niet het hele kavel vol. We wilden de grond ecologisch bouwrijp maken en minder ruimte voor auto’s. Het kostte heel wat overtuigingskracht om dat toch voor elkaar te krijgen.”

Socratische besluitvorming

De ontwikkeling van het project gebeurde onder leiding van Katja van der Valk. Er kwamen budgetten voor de woningen en het ontwerpproces begon met socratische besluitvorming, gebaseerd op gelijkwaardigheid en een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokkenen, waarbij iedereen het eens moest zijn. Elk huishouden had een stem in hoe de gemeenschap eruit zou komen te zien. Eva: “We vonden een architect en konden echt aan de slag. Na 2,5 jaar hadden we de bouwvergunning rond en toen konden we bouwen. Het proces had een lange adem nodig, maar verliep achteraf gezien best soepel.”

Ik had graag iets meer kleur gehad

Eva: “We gebruikten zo veel mogelijk duurzame materialen. De voor- en achtergevel zijn in houtskeletbouw gemaakt, de tussenmuren zijn kalkzandsteen en de gevelbekleding is Europese leisteen. Er kwam veel ruimte voor groen en we maken gebruik van duurzame energie. Soms kwam er iets aan bod waar ik minder enthousiast over was, maar dan dacht ik: ga ik hier nou een punt van maken of niet? Ik had bijvoorbeeld graag wat meer kleur gehad aan de buitenkant, maar de rest van de bewoners wilde dat niet. Zij hebben het liever wat saaier.  Voor mij was dat geen reden om af te haken, dus heb ik het geaccepteerd. En zo hebben andere mensen weer andere dingen geaccepteerd. Daarnaast vertrouwden we op elkaars expertise, van bouwkunde tot financiën. We hadden van alles in huis en dat zorgde er echt voor dat we het plan rond kregen.”

Er kwam een anoniem leenfonds

Eva vervolgt: “Het was best spannend in sommige fases. Tot je een goedgekeurd plan en een ontwerp hebt, kun je geen hypotheek aanvragen. Dat betekende dat we zelf alles moesten voorfinancieren. Het begon met een klein bedrag voor de vereniging, maar eindigde in een investering van 20.000 euro. Niet iedereen had dat geld beschikbaar, daarom zetten we een anoniem leenfonds op. Iedereen die wat meer kon missen, stortte in het fonds, waar de mensen met wat minder geld uit konden lenen. Toen de hypotheek rond was, werd dit weer terugbetaald.”

Groene Mient: alles werd vanzelfsprekend

In 2017 kreeg Eva de sleutel van haar nieuwe huis in Groene Mient. Haar relatie was beëindigd, maar met haar dochter verhuisde ze naar haar nieuwe woning en ze is dolblij. Buren werden vrienden en behulpzaamheid werd de norm. Het delen van ervaringen, gereedschap en zelfs een simpele ui; het is allemaal vanzelfsprekend geworden. De gemeenschappelijke tuin onderhouden ze samen en met de hele gemeenschap bouwden ze hun gezamenlijk ruimte, waar ze tot op de dag van vandaag filmavonden, etentjes en sleepovers voor de puberkinderen organiseren. Eva:” Ik voel me hier thuis. In de gemeenschap, maar ook in mijn eigen huis. De inrichting is niet standaard, maar gebaseerd op wat ik het liefste doe en dat is dingen maken. Dat heb ik als uitgangspunt genomen.”

Zowel hun huis als in de gemeenschap denken mensen vrij van hokjes, maar omarmen waar ze behoefte aan hebben: groen, duurzaam en samen leven. En zo realiseerden ze iets, waar de meeste mensen alleen maar van dromen.

Meer informatie: Groene Mient

Over de schrijver