Net toen we dachten weer dagelijks naar kantoor te kunnen, kwam de najaarsgolf terug en was het weer continue Teams’en, zoomen en google meeten. De volledige lockdown, die 19 december inging, deed daar nog een schepje bovenop. Daar waar mogelijk was het weer thuis werken geblazen. Maar hoe duurzaam is dat thuiswerken eigenlijk?
Met de auto of OV naar kantoor
Het merendeel van de Nederlanders gaat met de fossiele (lease)auto naar kantoor. Vooral sinds het uitbreken van de coronapandemie reist men liever met de eigen auto dan met de (soms drukke) trein. Uit een peiling van BinnensteBuiten naar aanleiding van één van onze columns blijkt dat het om maar liefst 64% van de reizigers gaat.
Over het algemeen stoot de auto ca. 2,3 kg CO2/liter uit. Voor mijn retourritje Amsterdam – Rotterdam (160 km) met een relatief zuinige auto (1 op 20) komt dit dus neer op zo’n 18,4 kg CO2-uitstoot, die ik kan besparen als ik thuiswerk. Voor dezelfde rit per trein ziet dit sommetje er heel anders uit: de NS rijdt namelijk op 100% windenergie. Natuurlijk moeten die windmolens ook gebouwd worden, maar dan nog is het een relatief schone manier van vervoer. Er gaan natuurlijk ook mensen met de fiets naar hun werk: dit transportmiddel is zo goed als CO2-vrij. Bonus is dat je ook nog in beweging bent én in de buitenlucht: goed voor de gezondheid dus.
Energieverbruik thuis versus kantoor
Thuiswerken zorgt natuurlijk wel voor een hoger energieverbruik, wat weer effect heeft op het klimaat (en de energierekening). Dit effect is iets ingewikkelder te meten dan dat van het transport. Het is namelijk afhankelijk van drie factoren.
Ten eerste, je energieverbruik thuis: als jij een label-E woning hebt waar plotseling de hele dag de verwarming aanstaat, is het klimaattechnisch gezien misschien beter om op een goed geïsoleerd kantoor te zitten. Maar als je huis goed geïsoleerd is en je groene stroom afneemt, ziet die vergelijking er alweer heel anders uit – vooral als dat op kantoor niet het geval is.
Ten tweede kost al dat videobellen vanuit huis natuurlijk ook extra energie: onderzoekers van de Purdue universiteit schatten de uitstoot van 1 uur zoomen op circa 150 gram CO2/uur vanwege alle actieve datacenters. Dit kan je trouwens met 96% verlagen als je de camera uitlaat (ook een perfect excuus als je er niet zo representatief bijzit, als je het mij vraagt)! Aan de andere kant bespaar je met videobellen wel weer op de uitstoot van real life meetings op locatie, zoals in het buitenland, waar je dus weer naartoe moet.
Ten derde is het energieverbruik afhankelijk van je kantoor. Als het kantoor met gas wordt verwarmd op basis van de bezettingsgraad (bijvoorbeeld met bewegingssensoren), dan bespaar je daadwerkelijk energie door niet te komen. De verplichte kantoorruimte per persoon is circa 9m2; dat komt neer op zo’n 188 m3 gas en 0,34 ton CO2/jaar! Dit heeft dus groot potentieel, maar in de realiteit wordt het energieverbruik van kantoren niet vaak aangepast aan de hoeveelheid aanwezigen – denk alleen maar aan al die lichten die middenin de nacht nog branden op bedrijventerreinen.
Lunch: verpakt of onverpakt
Als je tijdens het thuiswerken je eigen koffie en lunch maakt, bespaar je op verpakkingsmateriaal voor je broodje of papieren bekertjes uit de automaat. Aangezien verpakkingsmateriaal vooralsnog vooral wordt geproduceerd met fossiele grondstoffen voorkom je milieueffecten en een eindbestemming als zwerfafval in de plastic soep. Daarnaast is het thuis wellicht makkelijker om voor een veganistische of vegetarische lunch te kiezen, waar je op kantoor afhankelijk bent van de aangeboden opties in de kantine. Een vegetarisch broodje (hummus) kan zorgen voor zo’n vier keer minder CO2 dan een broodje vlees (runderrookvlees). Deze effecten zijn overigens wel heel afhankelijk van de lunchsituatie op kantoor, want als hier altijd vegetarische opties zonder verpakking worden geboden (of je lunch zelf meeneemt) gaat het positieve thuiswerkeffect niet op.
Verhuizen naar achteraf is opeens mogelijk
Tenslotte is er een indirect gevolg van de thuiswerkeconomie. Mensen kunnen namelijk makkelijker verder van kantoor gaan wonen als ze daar niet meer elke dag verwacht worden. Maar als we (straks) wel weer vaker naar kantoor mogen of moeten (het is maar hoe je erin staat) moet je wél verder reizen en maak je dus meer kilometers. Desalniettemin is het goed om dergelijke keuzes in perspectief te plaatsen: als de verhuizer zijn stadsflatje inwisselt voor een vrijstaand huis met warmtepomp, zonnepanelen, een moestuin en een elektrische auto is het overheersende effect waarschijnlijk positief.
Structurele verandering kan thuis én op kantoor
Al met al kan thuiswerken dus zeker positief zijn voor het klimaat, een effect dat het meest eenduidig zichtbaar is op het gebied van transport als je normaal de auto neemt naar werk óf de wereld overvliegt voor meetings.
Maar zowel thuis als op kantoor kunnen we bewuste keuzes maken over ons verbruik – ook als we niet zelf de rekening zien. Steeds meer organisaties kennen bijvoorbeeld duurzaamheidsambassadeurs, die zich inzetten voor een efficiënter, groener en fijner kantoor. Samen (of alleen, iemand moet het begin maken!) kun je bijvoorbeeld proberen om te lobbyen bij je baas (of thuis bij je partner) voor structurele veranderingen, zoals groene stroom, bewegingssensoren, of een vegetarische lunch. Dat laatste (ik spreek uit ervaring) heeft waarschijnlijk aardig wat voeten in de aarde, vooral als je bedrijf voornamelijk bestaat uit mannen van 50+ die graag Mexicano’s eten bij de lunch. Maar samen kunnen we een verschil maken: be the change!