Kleding kopen lijkt soms een nationale hobby. Gemiddeld kopen we in Nederland 46 items per jaar. Dat gemiddelde ligt bij het hetkanWEL test- en opiniepanel een heel stuk lager, op 12 items per jaar. En deze items worden gedragen, tot ze ‘op’ zijn. En dat is hard nodig als je bedenkt dat er elke week alleen al in Ghana 15 miljoen kledingstukken op de markt komen. Minder kleding kopen is niet knap of moeilijk, het is gewoon een keuze.
“Oh wacht”, zei de mevrouw in de winkel. “Ik haal even de plasticverpakking van het zwempak af, want dat mag ik u niet meer meegeven”. Daarna lachend: “Ik vraag me af hoe snel ik hieraan gewend ben.” Het was 1 juli. De dag dat retailers mij geen onnodig plastic meer mee naar huis mogen geven.
Dit artikel begint met een bekentenis: ik kom dus nog wel af en toe in een kledingwinkel. Met twee hard groeiende tieners is daar geen ontkomen aan en zelf koop ik ook af en toe een nieuw of tweedehands item. Mijn gemiddelde ligt een stuk lager dan het Nederlandse gemiddelde van 46 nieuwe kledingstukken per jaar. Maar weer hoger dan het gemiddelde van ons opiniepanel: 12 items (waaronder tweedehands stukken) per jaar.
50 items niet gedragen
En dan te bedenken dat Nederlanders minder kleding consumeren dan mensen in Duitsland, Denemarken en Engeland. Maar gemiddeld hebben we alsnog 173 kledingstukken, waarvan we er ongeveer 50 in het afgelopen jaar niet hebben gedragen. Daarnaast gooien we jaarlijks 40 items weg. Daarvan belanden 24 stuks bij het huishoudelijk afval en worden verbrand. Slechts 9 stuks zijn geschikt voor de tweedehands verkoop.
Een groot deel van de afgedankte kleding gaat naar andere landen. Bijvoorbeeld naar Ghana. Daar komen elke week 15 miljoen kledingstukken op de markt, waarvan er 40 procent niet verkocht wordt.
Het hetkanWEL opiniepanel bestaat uit 3800 mensen, die duurzaamheid (heel) belangrijk vinden. 440 mensen uit het panel vulden de enquête over duurzame kleding in. Zij zijn tussen de 18 en 65 jaar oud en 85 procent is vrouw. Wil je ook af en toe je mening geven of producten testen? Schrijf je dan in voor het hetkanWEL test- en opiniepanel.
Nieuwe regels voor de industrie
In een wereld waarin fast fashion de norm lijkt te zijn, groeit het tegengeluid langzaam, maar gestaag. Het idee dat je voor hetzelfde bedrag een matcha latte as een T-shirt kan kopen, staat steeds meer mensen tegen. En ook veranderen de regels voor de industrie. Vanaf 1 juli moeten producenten (en importeurs) afgedankte textielproducten innemen en zorgen dat ze worden verwerkt in een nieuw product én plastic verpakkingsmateriaal mag niet meer met de klant mee naar huis.
Lees ook: De drang om spullen te kopen, is aangeleerd. 5 tips om het ook weer af te leren
Minder kleding kopen is een keuze
Natuurlijk zijn dat goede ontwikkelingen, maar de overconsumptie van kleding is een nog veel groter probleem. Als we minder kopen, hebben we minder grondstoffen nodig, vindt er minder uitbuiting plaats, hoeven we ook minder te recyclen, belandt er minder textiel op vuilnisbelten over de hele wereld en hebben we veel minder verpakkingsmateriaal nodig. Zo simpel is het gewoon. Als het aan ons panel ligt, is dit geen enkel probleem. Voor hen is minder kleding kopen de norm en wordt er veel meer waarde gehecht aan de kwaliteit, duurzaamheid en ethiek van onze kledingkeuzes.
250 items, maar wel zelfgemaakt
Ons panel heeft minder kleding dan het Nederlands gemiddelde. 30% tussen de 30 en 50 items. 40% heeft tussen de 50 en 100 kledingstukken. 17% heeft meer dan 100 items. Eén van de mensen uit het panel heeft maar 8 kledingstukken. En een iemand heeft 250 items, maar dan wel allemaal zelf gemaakt.
Schoenen en sneakers zijn populair. 40% heeft tussen de 5 en 10 paar schoenen. 32% heeft meer dan 10 paar schoenen. Er is een uitschieter naar 50 paar, maar er zijn ook mensen die het met een stuk minder doen. 26% heeft tussen de 1 en 5 paar schoenen. Het is in elk geval minder dan het Nederlands gemiddelde: 48% heeft meer dan 10 paar schoenen. En ons panel koopt pas nieuwe schoenen als een ander paar versleten is.
Niet iedereen let op duurzaamheid
Het aantal kledingstukken dat we gemiddeld in Nederland kopen is 46. Ons panel koopt gemiddeld 12 items per jaar. En dat is een mix van ‘gewone’ en duurzame merken. 17% koopt wat hij/zij mooi vindt en let niet zo erg op de duurzaamheid. Het gaat hen gewoon om niet meer kopen dan nodig. Een iemand geeft aan helemaal niet zo op te letten op de duurzaamheid van kleding, maar schaamt zich daar wel een beetje voor.
Tweedehands, ruilen en huren kan vaker
40% van ons panel geeft aan dat ze nog niet zo heel veel tweedehands kleding kopen. Dankzij sites, zoals Vinted, is het heel gemakkelijk om tweedehands kleding te kopen. Wij dachten dat dit inmiddels wel mainstream zou zijn, maar dat blijkt uit ons onderzoek nog niet zo te zijn. Ruilen doet 16% echt nooit en de meerderheid zelden. Huren is helemaal iets voor een klein groepje, 97% doet het nooit. Het repareren van kleding is juist wel weer heel populair, 70% brengt items naar de kleermaker.
1 gedachte over “Minder kleding kopen is een keuze, zegt het HKW opiniepanel”
Ik koop zelden meer nieuwe kleding. Alleen ondergoed en sokken, als het echt nodig is. Zeker de helft van mijn kleding heb ik zelf gemaakt en het gaat minstens twintig jaar mee. Ik krijg er vaak complimentjes over.
Wat er tegenwoordig in de winkels hangt kan mij echt niet bekoren hoor.
Reacties zijn gesloten.