Hoeveel spullen we in Nederland gemiddeld kopen, is niet precies bekend. Wel weten we dat we gemiddeld 50 nieuwe kledingstukken per jaar kopen. En dat als alle Nederlanders er zes minder zouden kopen, we daarmee dezelfde hoeveelheid CO2-uitstoot zouden besparen als een auto die 80.000 rondjes om de wereld rijdt. En dan hebben we het nog niet eens over al die andere spullen die we kopen, want spullen – zo blijkt uit onderzoek van Babette Porcelijn – maken de meeste milieu-impact. Anders gezegd: met minder kopen kunnen we behoorlijk wat verschil maken.
Waarom kopen we zoveel spullen?
Het kopen van spullen is, kort door de bocht, behoorlijk verslavend. Winkelen activeert het beloningssysteem in ons brein en door de afgifte van dopamine ervaren we geluk, genot en welzijn. En omdat dit prettig is, willen we er meer van. Meer beloning, meer dopamine, meer geluk.
Ons brein is gevoeliger voor onmiddellijke bevrediging dat geluk op de lange termijn. Marketing speelt hier natuurlijk handig op in. Ze verkopen vaak niet zozeer het product, als wel de lifestyle die daarmee geassocieerd wordt. En die lifestyle draait vaak om mooi en succesvol zijn en omringd worden door andere mooie en succesvolle mensen op de meest prachtige plekken van de aarde. Kortom: een zorgeloos, luxueus bestaan in een perfect lijf. Iets wat je sociale status verhoogt.
Dat het leven niet zo simpel is, weten we eigenlijk ook wel. En dat er vaak niet een hele simpele oplossing is om een volle haardos, minder rimpels, een slank lijf of meer geld te krijgen, weten we ook. Toch trappen we keer op keer (ook wij) in de valkuil van schaarste (‘koop nu’, ‘beperkte oplage’, ‘op = op’, ‘nog maar een dag voor deze prijs’), personalisatie (‘speciaal voor jou’) en aanbiedingen, al dan niet echt (want veel aanbiedingen blijken niet goedkoper dan de oorspronkelijke prijs).
Spullen maken niet gelukkig
Toch blijkt ook uit onderzoek van Milieu Centraal dat slechts een derde van de Nederlanders het eens is met de stelling dat spullen gelukkig maken. Het geluksgevoel dat we ervaren bij het kopen van iets nieuws blijft niet lang, waardoor we al snel weer op zoek moeten naar een volgende ‘high’ en dus weer iets nieuws gaan kopen om datzelfde geluksgevoel te ervaren.
Met ‘nieuw’ bedoel ik hier trouwens niet letterlijk iets nieuws, want ook het kopen van tweedehands spullen of kleding zorgt voor dat geluksmoment en kan behoorlijk verslavend zijn. Maar kan daardoor ook voor dat lege gevoel zorgen, want wanneer heb je genoeg spullen om dat geluksgevoel blijvend te maken?
Waarschijnlijk nooit. Geld en spullen maken je leven zeker makkelijker en comfortabeler (niks op tegen), maar uiteindelijk maakt een berg spullen niet gelukkiger. Sterker nog: het kopen van minder spullen maakt – zeker op de lange termijn – wél gelukkig. Hoe dat werkt? We zetten het op een rijtje (lees verder na de foto’s)



7 redenen waarom minder kopen wél gelukkig maakt
- Meer financiële vrijheid. Vroeger, in een ver, ver verleden, toen we nog met cash betaalden wisten we precies waar ons geld heen ging. Nu we achteloos met onze telefoon afrekenen, weten we amper nog hoeveel geld waarnaartoe gaat. Je zal ervan opkijken hoeveel geld je ongemerkt uitgeeft aan kleine dingen die in principe niet duur lijken, maar bij elkaar opgeteld een aanzienlijke claim op je maandelijks budget leggen. Als je minder koopt, houd je meer geld over.
- Meer tijd. Naast geld, houd je ook meer tijd over als je minder koopt. Ten eerste omdat je niet zo hard hoeft te werken om al dat geld bij elkaar te verdienen om al die spullen en kleding te kunnen kopen. Ten tweede omdat je niet ‘de hele tijd’ aan het shoppen of consumeren bent. Want kopen kost tijd, ook als je het online doet. En die tijd kan je ook besteden aan wandelen in de natuur, een moestuin beginnen, gitaar leren spelen, je Frans perfectioneren, een boek lezen, een maaltijd kopen, sporten of gewoon in je hangmat liggen om naar de vogeltjes te luisteren die hun beste lentelied aan het zingen zijn. Klinkt zalig, toch?
- Minder stress. Spullen zijn leuk, maar ze vragen ook om aandacht, onderhoud en ruimte. Als je minder bezit hebt, heb je letterlijk meer ruimte. Ook mentaal, want je hoeft je geen zorgen meer te maken over dat iets stuk gaat, gestolen wordt of beschadigd raakt. Ik bedoel: hoe meer spullen waard zijn, hoe minder we ervan lijken te genieten. We bergen ze op in een kluis of zijn continu in de weer om ervoor te zorgen dat niemand met z’n rode wijntje op die nieuwe bank gaat zitten of een glas water zonder onderzettertje op die dure tafel zet. Bovendien: waar ligt precies de grens tussen spullen kopen omdat het kan en hoarden: het obsessief verzamelen van spullen. De Britse schrijver James Wallman had het niet voor niets over ‘stuffocation’. Hij stelt dat de grote berg spullen die we om ons heen verzamelen ons angstig en vreugdeloos maakt en verstikt. Minder spullen kan bijdragen aan een gevoel van rust en overzicht.
- Meer leven. En over Wallman gesproken: de ondertitel van zijn boek over onze ziekelijke consumptiedrift was ‘live more with less’. Wat hij daarmee bedoelt, is dat je meer hebt aan het verzamelen van ervaringen (waar tijd voor nodig is) dan aan het verzamelen van spullen. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat nieuwe en diverse ervaringen leiden tot meer hersenactiviteit en een dieper gevoel van geluk en welzijn. Dat klinkt logisch, want hoe vaak denk je met een glimlach terug aan die nieuwe tv, computer of spijkerbroek die je 5 jaar geleden kocht? Terwijl je wel vaak nog precies weet dat je met vrienden onverwacht een weekendje met de trein naar Parijs ging. Bijvoorbeeld. Nieuwe dingen leren, houd je ook actief en gezond, omdat je weer geprikkeld en uitgedaagd wordt, en je bent echt nooit te oud om te leren. Dus waarom zou je op je 60e niet op balletles gaan (om maar wat te noemen).
- Meer verbinding. Minder spullen zorgt er niet alleen voor dat je geld spaart, minder hoeft e werken en meer tijd overhoudt voor het uitoefenen van hobby’s en het leren van nieuwe dingen. Het brengt ook meer focus op dat wat nou echt belangrijk is en je aandacht verdient. Want aandacht is een kostbaar bezit, dat je maar aan een ding tegelijkertijd kan geven. Wil je al je aandacht stoppen aan het kopen van nieuwe spullen (of het gedachteloos scrollen over je tijdlijn) of wil je je aandacht aan je familie en vrienden geven? Omdat je meer tijd hebt, ben je minder moe en heb je meer energie over om met aandacht te luisteren, soep te maken voor je zieke buurvrouw of iets leuks te doen met vrienden. Wat een luxe! Maar die luxe kan je dus zelf creëren.
- Meer geluk. Uit onderzoek van Milieu Centraal blijkt dat minder kopen voor een geluksgevoel zorgt dat langer blijft. Als je bewuster koopt en dus langer stil staat bij wat je wel en niet nodig hebt en echt op zoek gaat naar iets van kwaliteit dat 100% bij je past, dan heb je daar meer plezier van dan als je gedachteloos je 30e spijkerbroek koopt. Door bewuster om te gaan met spullen krijgen die meer waarde voor jou (je hebt ze immers zorgvuldig en met aandacht uitgezocht), brengen ze meer plezier én verklein je je milieu-impact wat dan ook weer voor geluk zorgt.
- Beter voor de planeet. Het kopen van spullen heeft een grote impact op het klimaat. Ze zijn gemaakt van grondstoffen die niet oneindig zijn (circulaire producten zijn in opkomst, maar nog steeds een uitzondering). Ze worden in elkaar gezet door mensen die daar niet altijd even goed voor betaald krijgen en vaak onder erbarmelijke omstandigheden werken. Ze moeten naar Nederland komen met het vliegtuig of een schip (beiden niet duurzaam). Omdat ze zo goedkoop mogelijk moeten zijn, gaan ze snel kapot, waardoor jouw spullen bijdragen aan de enorme afvalberg waarvan we nu al niet weten wat we ermee aan moeten (wist je dat er momenteel genoeg kleding op deze aarde is om de komende 6! generaties te kleden?!) Kortom: door bewuster te consumeren, minder spullen te kopen van betere kwaliteit en met aandacht uitgezocht, liefst circulair en duurzaam gemaakt, dan verklein je je ecologische voetafdruk aanzienlijk. Dat geeft een fijn gevoel en is beter voor je eigen portemonnee.
Als je dan toch iets nieuws moet kopen, wat gewoon – daar moeten we eerlijk over zijn- soms voorkomt, sta dan even stil voordat je op de betaalknop drukt en vraag jezelf dit af (lees na de foto’s):



Minder kopen: met deze tips lukt het
- Heb ik dit echt nodig? (Vaak kopen we qua kleding bijvoorbeeld meer van hetzelfde en als je al genoeg kleren hebt om jezelf maanden van te kleding, voegt dit item dan echt iets toe?) Misschien heb je nog iets vergelijkbaars in huis wat je ‘gewoon’ kan laten repareren? Apparaten kunnen vaak nog worden gerepareerd, net als kleding en schoenen. Maar soms ook niet natuurlijk.
- Does it spark joy? Ja, die jatten we gewoon ongegeneerd van opruimgoeroe Marie Kondo. Want ook voor nieuwe (of tweedehands) spullen geldt: word je er blij van? En dan bedoelen we niet dat kortstondige geluksmoment dat je bij alles wat je koopt krijgt, maar wat na enkele uren alweer vervlogen is, maar voor de lange termijn. Hoe blij word je van dit item?
- Is het een duurzaam item dat je wilt kopen? Of is er een duurzame variant van. Iets dat bijvoorbeeld refurbished is (computers of telefoons), dat gemaakt is van circulaire en gerecyclede grondstoffen, dat lokaal gemaakt is (scheelt qua transport) van hoogwaardige en duurzame materialen onder goede arbeidsomstandigheden. Of is het tweedehands en geef jij het zo een tweede leven? Kijk ook bij tweedehands spullen naar de kwaliteit, want je wilt er langer mee doen dan een paar weken. Je wilt iets kopen met een lange levensduur. Is het makkelijk te repareren mocht het in de toekomst kapotgaan?
-Dit artikel bevat één of meerdere affiliate links-