Nieuw textiel van afval

Het is niet eenvoudig om nieuw garen en textiel te maken van gedragen kleding of snijafval. Zeker niet als het ook nog eens concurrerend in prijs moet zijn. Toch is dat precies wat UPSET samen met een aantal andere bedrijven als doel voor ogen heeft. Dat resulteerde eerder dit jaar al in een prachtig rode jurk, die minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking droeg op de Nederlandse handelsmissie naar India. En op Prinsjesdag in een strak pak, dat minister Bruins van Volksgezondheid, Welzijn en Sport droeg.

100% gerecycled textiel

“Er zijn meerdere bedrijven die snijafval verwerken,” vertelt Pals Brust van UPSET. “Maar meestal wordt daarvoor mechanische vervezeling gebruikt. Daarmee sla je de vezels kapot en dus moet je het materiaal altijd mengen met polyester of katoen om het sterk genoeg te maken. Wij gebruiken een methode waarbij de vezel heel blijft en dus sterk. Daardoor hoeven we het niet te mengen en is het echt 100% gerecycled textiel.”

Met de hand geweven

Zowel de jurk als het pak van de ministers werden in India met de hand geweven door het bedrijf Khaloom. “Zij werkten hiervoor ook al met gerecycled materiaal, maar dat garen knapte nog veel in het weefgetouw,” vertelt Pals Brust. “Ons materiaal knapte bijna niet, dus ook zij waren erg blij met de methode waarop we het textiel recyclen.” Wat die methode precies is, wil Pals niet vertellen. “Het unieke procedé valt onder verantwoordelijkheid van onze partners en het intellectuele eigendom is via patenten afgeschermd.”

De fabrieken in Bangladesh

In een vorig leven werkte Pals Brust als CEO bij C&A. “Ik werkte al 35 jaar in de textiel toen ik voor het eerst bij een fabriek in Bangladesh ging kijken. Dat leken wel gevangenissen. Toen dacht ik: hier moet echt iets gebeuren. De reorganisatie bij C&A van twee jaar geleden was het duwtje dat ik nodig had om ermee aan de slag te gaan.”

Textielafval

Jaarlijks wordt maar liefst 80 miljoen kilo aan nieuwe kledingstukken geproduceerd. Alleen al de Nederlandse mode-industrie houdt 21,5 miljoen kledingstukken over. We dragen elk kledingstuk gemiddeld maar acht á negen keer. Van de kleding die we weggooien, belandt 58 miljoen kilo bij het huisvuil en wordt dus gewoon verbrand. Globaal komt 1% van al het gedragen textiel weer terug in nieuw textiel. Vaak wordt het gedowncycled als vulling voor kussens of als poetsdoek.

Post-consumer materialen

“Met een spijkerbroek van 100% gerecycled katoen bespaar je acht kilo CO2, een halve kilo pesticiden en 10.000 liter water,” legt Pals uit. Nu doet UPSET dat nog vooral door te werken met snijafval, maar het bedrijf wil een tweede slag slaan door met post-consumer materialen te werken, oftewel door consumenten gebruikte en afgedankte textiel. “Dat doen we door samen te werken met het cosortium Clothes the Circle, dat mede door MVO Nederland is opgericht.”
“Het werken met post-consumer materialen is vele malen moeilijker. Bij snijafval weet je exact waar het materiaal van gemaakt is en welke verfstoffen er zijn gebruikt. Bovendien is het goedkoper, want gebruikt textiel moet eerst worden gesorteerd en uit elkaar worden gehaald. Toch zijn de mogelijkheden enorm. Je kan kijken naar andere toepassingen kijken voor dit materiaal. Denk aan meubelstoffen, gordijnen of vloerbedekking.”

Afzetmarkt

We hoeven overigens niet te verwachten dat UPSET met een eigen kledinglijn komt. Het 100% gerecyceld textiel (in de vorm van vezels en garen) is vooral bedoeld voor ‘business to business’. “Denk daarbij aan werkkleding, T-shirts of handdoeken. We willen echt werken met bedrijven, die graan willen verduurzamen en een MVO-missie hebben.” Het gerecyclede snijafval zal ongeveer net zo duur zijn als conventioneel katoen. “Hierdoor kunnen we een grote markt bedienen. Op het moment dat je echt grote aantallen kan wegzetten, bespaar je een IJsselmeer aan water.”
Dit artikel schreef ik in opdracht van MVO Nederland, dat op 10-10 tien duurzame bedrijven in het zonnetje wilde zetten. Check de overige inspirerende bedrijven hier.

Over de schrijver