Op safari in je eigen woonplaats: de stad is één grote dierentuin

Natuurlijk, je kunt op safari in Zuid-Afrika. Of aapjes kijken in de dierentuin. Maar om bijzondere dieren te spotten, hoef je eigenlijk alleen maar je voordeur uit te lopen. Want wie goed kijkt, kan op iedere straathoek van de stad bijzondere dieren spotten. We zetten een aantal bijzondere exemplaren voor je op een rij.

De stad zien we vaak als het domein voor mensen. Dieren leven daarbuiten, in de natuur. Toch zijn er diersoorten die zich prima thuis voelen in de stad. Soms tot grote irritatie van de mens. Denk aan de overlast die de wilde zwijnen in Rome veroorzaken. Of de rattenplaag in grote steden als Amsterdam.    

Op safari in de stad

In David Attenborough’s Planet Earth II konden we zien dat steden langzaam worden bewoond door wilde dieren. In Ethiopië leven hyena’s en mensen zij aan zij. Luipaarden sluipen ’s nachts Mumbai in om zich tegoed te doen aan huisdieren. En in New York wandelde laatst nog een bever doodleuk over de promenade langs de Hudson. In Nederland hebben we de bever nog niet in de stad gespot, maar wel de otter bijvoorbeeld. We zetten een aantal diersoorten op een rij, die je op safari in je eigen stad kan spotten.

Op Safari
Ilustratie van Nina van Rijn, copyright rust bij haar.

Het DNA van muizen verschilt per locatie

Als je de stad vanuit een vliegtuig bekijkt, zie je tussen de gebouwen vooral een grote groep groene eilandjes, bestaande uit tuinen, parken en perken. Je zou het kunnen vergelijken met een archipel. Zoals de dieren op de Galapagoseilanden per eiland verschillen – ieder soort aangepast aan de omstandigheden van het eigen eiland – zo gebeurt dat in de stad ook. Ecoloog Munshi-South zag dat het DNA van muizen per park bleek te verschillen. In Central Park in New York zijn muizen bijvoorbeeld beter bestand tegen vet eten dan muizen in andere parken. Zouden de muizen in het Vondelpark beter tegen maaltijdsalades van Albert Heijn kunnen dan muizen in andere parken?

Duiven zijn best cool

Stadsduiven zijn niet de meest populaire dieren. Ze worden vaak vergeleken met ratten. Met vleugels. Maar eigenlijk zijn ze best bijzonder. Tussen 2012 en 2015 bewees Franse onderzoeker Marion Chatelain dat er in de stad natuurlijke selectie plaatsvindt. Veel duiven sterven door vergiftiging omdat ze te veel metaal binnenkrijgen. Als ze bijvoorbeeld in batterijen, verf, muntjes, ijzerdraad of vissersloodjes pikken. Maar niet alle duiven sterven als ze veel metaal binnenkrijgen. Duiven met donkere veren kunnen zink en lood in hun veren kunnen opslaan waardoor ze overleven, lichtgekleurde exemplaren leggen juist ‘het loodje’. De stadsduif is daarom écht een ander diersoort dan bijvoorbeeld de houtduif. Dan kijk je toch weer anders naar die dieren als je op safari een duif (of tig) tegenkomt.

Blij met de bij

Vroeger kon de bij nog prima terecht op het platteland. In de warme seizoenen kleurden de bloemetjes onze weilanden namelijk als een lenteschildering van Monet. Tegenwoordig is ons platteland eerder een groene woestijn. Van de meeste biodiversiteit ontdaan. En dus wordt de stad een steeds aantrekkelijker toevluchtsoord voor de bij. Achtertuinen, balkontuinen en daktuinen helpen de bij overleven. Op steeds meer daken in Nederland worden bijenkasten gehouden, om de bij een handje te helpen. Dat is mooi, want zonder bijen geen mensen. En is je ooit opgevallen hoe schattig hommels – een bijensoort – eigenlijk zijn? Een soort vliegende minipanda’s. Let maar eens op als je er weer eentje tegenkomt als je op safari bent.

Spot de halsbandparkiet

In veel grote steden in Europa kom je ze tegen als je op safari gaat. Felgroene halsbandparkieten. Eigenlijk komen ze uit Afrika en India, maar ze hebben zich meesterlijk aangepast aan het leven in de stad. De parkiet heeft het zo goed in onze steden, omdat deze qua klimaat en leefomgeving iets weghebben van de lage Himalaya waar hij onder andere vandaan komt. Er bestaan veel sterke verhalen over hoe hij in Europa is gekomen. Zo wordt gezegd dat Jimi Hendrix een stelletje vrijliet op Carnaby Street in Londen in 1960, dat een Brusselse dierentuineigenaar de stad wat meer kleur wilde geven door er veertig los te laten in 1974 en dat twee ontsnapte vogels op de Overtoom verantwoordelijk zijn voor de hele huidige Amsterdamse populatie.

Slimme vleermuizen, minder slimme insecten

Nu de zomer is begonnen, zijn de vleermuizen uit winterslaap. Als je tijdens je safari af en toe naar boven kijkt, is de kans groot dat je er zo nu en dan een ziet. Voornamelijk in de buurt van lantaarnpalen. Daar wemelt het namelijk van de insecten. Waarom insecten worden aangetrokken door licht, is niet helemaal duidelijk. Natuurlijke selectie en evolutie zijn in ieder geval nog niet zover dat insecten hebben geleerd dat het daar gevaarlijk is. Vleermuizen hebben wél geleerd dat het daar makkelijk dineren is. Vooral voor vleermuizen is de stad daarom geliefd habitat. En voor de mens is zo’n nachtelijke insectenjacht een klein spektakel om te aanschouwen.

Op vossenjacht

De vossenpopulatie is de afgelopen jaren in Nederland spectaculair toegenomen. Daardoor moeten vossen steeds op zoek naar nieuwe territoria. Dat doen zo ook in dorpen en steden: er is veel beschutting en er is meer dan genoeg eten te vinden. Vossen zijn slim en hebben daarom weinig moeite zich aan te passen aan het stadsleven. En hoe meer ze gewend zullen raken aan de stad, hoe minder schuw ze worden en hoe vaker we ze overdag zullen zien. Dat gebeurt namelijk in Engeland, waar de vos al wat langer een stadsdier is dan in Nederland (de bovenste foto is van een vos in een tuin in Londen). Maar ook in Nederland spotten we hem af en toe. Bijvoorbeeld die keer toen er eentje ging winkelen in het centrum van Amsterdam. Dat was pas echt op safari (menig voorbijganger pakte z’n telefoon om het ongewone straatbeeld te filmen).

En de otter, de ooievaar en de ringslang

We zouden nog uren door kunnen gaan over de bijzondere, veerkrachtige dieren die we onze stadse buren mogen noemen en op safari kunnen tegenkomen. Zo is de otter terug in Amsterdam, zien we in veel steden tortelende ooievaars in hoge nesten en kun je met geluk zelfs de (ongevaarlijke) ringslang spotten!

Wat is jouw favoriete dier in de stad? Of het meest bijzondere dier dat je ooit in de stad hebt gespot tijdens jouw persoonlijke safari? Laat het ons weten door hieronder een reactie achter te laten. Lees ook welke eetbare planten je in de stad kan vinden voor een middagje wildplukken.

Over de schrijver