Shoppen in je eigen kledingkast: 10 tips om je koophonger tijdens de zomersale in bedwang te houden en nieuwe outfits te vinden in je eigen collectie

Gek genoeg heb ik op vakantie nooit het gevoel dat ik niks heb om aan te trekken. Misschien omdat het om een tijdelijke periode gaat waardoor ik vrede heb met het feit dat ik vaak – zo niet elke dag- hetzelfde aan heb. Of misschien omdat ik er serieus werk van maak om goed te pakken, zodat ik met laagjes en eindeloos combineren tot redelijk wat outfits kom – voor elk type weer en elke gelegenheid. Thuis met een volle kledingkast is dat een ander verhaal, want daar heb ik regelmatig het gevoel dat ik niks heb om aan te trekken. Daarom ging ik te rade bij kaststyliste Yvonne. Dit zijn haar tips.

Hoewel ik op vakantie nooit het gevoel heb dat ik niks heb om aan te trekken, is het beteugelen van mijn koophonger op vakantie een ander verhaal. De verleiding is groot om extra slippers, bikini’s, jurkjes en bloesjes te kopen die je he-le-maal niet nodig hebt en na je vakantie nooit meer gaat dragen. Dat is me in het verleden meerdere malen overkomen. De poncho uit Mexico. Het geborduurde tasje uit Vietnam. De strapless jumpsuit uit Portugal van ultradunne stof. Het wijde tie-dye strandjurkje uit Thailand. De gevlochten zonnehoed met brede rand uit Griekenland. Stuk voor stuk belandden ze in een doos met het etiket ‘vakantie’, waar ze -in het beste geval- eens per jaar uitgetrokken werden om in een rugzak gepropt te worden. Maar vaker gebeurde dat niet, omdat ik mijn oog alweer had laten vallen op iets anders.  

Zo beteugel je jouw koophonger

Dat kopen van kleren (en spullen) die op vakantie he-le-maal de bom lijken, maar thuis eigenlijk niet zo goed bij jou (of je dagelijkse lifestyle) blijken te passen, doe ik niet meer. Dat lukt me door voor het kopen een serieus denkmoment in te lassen en mezelf de volgende vragen te stellen:

  • Ga ik het minimaal 30 keer dragen? Of: past het echt bij mij, zit het lekker, staat het mooi?
  • Kan ik het minimaal 5 keer combineren met wat ik thuis al heb?
  • Is het geschikt om in 3 seizoenen en op 3 verschillende gelegenheden te dragen?
  • Hoort het tot de 80% tijdloze essentials in mijn kledingkast of tot de 20% trendy/modieuze stukken?  
  • Is het van een duurzaam merk of is het een circulair, geüpcycled of tweedehands item? 
  • Is het van duurzame, natuurlijke materialen gemaakt die geen microplastics loslaten?
  • Steun ik er een lokale, sympathieke ondernemer mee?
  • Is de kwaliteit goed, zodat ik er ook echt lang mee kan doen?
  • Heb ik het echt nodig? (Want ik kwam toch vaak met kleding thuis die ik eigenlijk al had).
  • Kan ik het betalen en wíl ik dit ervoor betalen? (of koop ik het alleen omdat het in de sale is en kan ik het geld beter aan iets anders besteden?)

Lees hier: zo herken je duurzame kleding. En hier: waar je op moet letten om duurzame kleding, zoals een spijkerbroek, te herkennen. (Lees verder na de afbeelding)

Heb ik deze kleding echt nodig?

Om die een na laatste vraag te beantwoorden (heb ik het echt nodig?) moet je natuurlijk heel goed weten wat je in je eigen kledingkast hebt hangen. Daarvoor hebben we bij hetkanWEL de  #haalallesuitjekast challenge bedacht. Hierbij haal je alles uit je kledingkast en ga je net zo lang door tot je alle kledingstukken een keer aangehad hebt. Op die manier kom je er heel snel achter waarom je -zoals de meesten van ons- 80% van de tijd waarschijnlijk maar 20% van je kleding draagt:

  • Het past niet (meer) of zit niet lekker (bijvoorbeeld doordat het materiaal kriebelt, plakt, schuurt)
  • Het model is een beetje gedateerd of ouderwets geworden of is simpelweg niet jouw stijl
  • Het item is zo mooi, dat je bang bent om het te gebruiken (dat schijnt echt een ding te zijn: verliesaversie heet dat)
  • Het is stuk en moet gerepareerd worden
  • Je weet niet goed hoe je het moet combineren met de rest van je kledingkast

Haal alles uit je kast challenge

Asceline en ik hebben de #haalallesuitjekast challenge nou twee keer gedaan: een keer in de winter en een keer in de zomer. Elke dag stuurden we elkaar foto’s van onze outfits en lieten we elkaar weten waar we vooral enthousiast over waren: die rok! die kleur! mooi model! etc. Mij vielen de afgelopen maand twee dingen op: aan mijn winter kledingkast (27 outfits) kwam veel sneller een eind dan aan mijn zomer kledingkast (30 and counting…). Terwijl de challenge in mijn zomer kledingkast eerder begon te haperen, namelijk al na een dag of 15. Niet omdat er dus niks meer in mijn kledingkast hing, maar wel omdat ik het blijkbaar niet meer met elkaar wist te combineren. Topjes waren te kort, broeken zaten te krap of oogden ouderwets en witte shirts waren groezelig geworden.

Eerst hulp bij kledingkast stress

Tijd dus om de bezem door mijn kledingkast te halen. En omdat dat nog best ingewikkeld is, riep ik de hulptroepen erbij in de vorm van kaststyliste Yvonne. Zij ging met een frisse blik door mijn kledingkast en was, grappig genoeg, het meest enthousiast over alle stukken waar ik over twijfelde. Een zwierige rode rok, een paar sandalen die ik al eeuwen had, een zomerbroek met nautische print, een paar opvallend blauwe hakken (die bij nader inzien best lekker zitten) en een culotte. Ze lagen allemaal op de twijfelstapel en mochten allemaal alsnog blijven, omdat alles – zo bleek- met het juiste shirtje of het juiste paar schoenen alsnog heel stijlvol bleek te staan.

Ik kreeg deze 10 tips van Yvonne:

  1. Alles wat niet lekker zit, moet weg. Het neemt alleen maar ruimte in je kledingkast in en het werkt niet voor je: als iets te krap zit, te kort is of de hakken te hoog zijn, wordt je kleding een soort ‘gevangenis’ waarin je je niet vrij en elegant kan bewegen. Kleding moet vóór je werken, niet tegen je. Weg ermee dus: iemand anders kan hier nog plezier aan beleven.
  2. Weet dus ook wat je goed staat, want sommige modellen flatteren en anderen niet. Dat kan soms zitten in de hoogte waarop de broek op je heupen hangt, de lengte van de broekspijpen of het type kontzakken. Bij mij staan broeken met een hoge taille bijvoorbeeld goed.
  3. Let op het lijnenspel en de verhoudingen. Met een shirt in je broek accentueer je je taille, net als met opgestroopte mouwen tot je ellenbogen. Een hooggesloten hals geeft een heel ander plaatje dan een diepe V-hals. En de lengte van een rok kan je benen korter doen lijken of juist langer. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Speel daar dus mee.
  4. Laat altijd wat huid zien. Als je hooggesloten schoenen hebt, kan het goed werken om je broekspijpen op te rollen. Draag je een hooggesloten shirt, rol dan je mouwen op.
  5. Schoenen kunnen een outfit maken of breken. Sommige schoenen passen gewoon niet bij sommige outfits. Een paar sneakers die hoog sluiten en weinig enkel laten zien, kunnen je (blote) benen onder een rokje heel kort maken, terwijl diezelfde sneakers onder een broek met wijde pijpen fantastisch staan.
  6. Werk met accessoires die bij je passen. Zo heb ik een hele bak vol rinkelende armbanden. Bij een minimalistische outfit kan een hele reeks armbanden de outfit afmaken. Terwijl bij een outfit waarin veel gebeurt qua print en kleuren dat juist kan afleiden en een simpele armband kan volstaan. 
  7. Keep it simple: als er te veel gebeurt, weet je niet waar je op moet letten.
  8. Maak een paar setjes, zodat je daar op de dag zelf niet over hoeft te stressen. Weet: als ik bij die broek en dat bloesje hakken aan doe in plaats van sneakers, is het helemaal te gek voor een dinnerfeestje. Ook hier kunnen accessoires bij helpen en een beetje make-up.
  9. Als je met zorg en aandacht door je eigen kledingkast gaat, krijg je ook weer nieuwe waardering voor je eigen kleding waar je misschien al op uitgekeken was.
  10. Je kan meer repareren dan je denkt. Een gat in je trui of je broek kan juist heel mooi zijn als je daar kleurrijke vakjes of bloemetjes op borduurt. En riempjes van je sandalen waar de gaatjes uitgescheurd zijn, kan je nog laten fixen bij de schoenmaker. Dat is fijn om te weten, zeker bij je lievelingskleren die je vaak draagt.

Kleding wegdoen

Natuurlijk gingen er ook dingen weg: die spijkerbroek die net niet op een -voor mij- elegante hoogte in de taille zat. De flatjes waarvan de een net wat meer gebleekt was door de zon dan de ander. Het witte T-shirt dat aan de randen toch wel heel groezelig geworden was. De espadrilles die te strak op mijn wreef duwde. Die laarzen waarvan de hakken zo torenhoog waren dat ik er nauwelijks de straat mee uit kwam. Er staan twee volle tassen bij mij in de gang, klaar om weggebracht te worden. Maar waar moet je heen met je oude kleding?

  • Verkoop het via Vinted, Marktplaats, Vestiaire Collective of een tweedehands winkel bij jou in de buurt (bijvoorbeeld Appel & Ei). Je kan ook naar tweedehands kledingmarkten bij jou in de buurt om je kleding te verkopen.
  • Vind je verkopen te veel gedoe? Dan kan ruilen ook: je kan meedoen aan een ketting kledingruil bij jou in de buurt (zie hier welke ketting er in jouw buurt zit) naar de Swapshop in Amsterdam of Rotterdam gaan of het kledingruil atelier in Eindhoven, je eigen ruilfeestje organiseren met bekenden of naar een ruilevenement in de buurt gaan.
  • Geef het weg. Soms ben jij op iets uitgekeken, maar is iemand die je kent nog heel blij met jouw kledingstukken of met die van je kinderen.
  • Doneer het: je kan het doneren aan de kringloopwinkel, de Reshare winkels van het Leger des Heils, Terres de Hommes, de kledingbank of aan een organisatie als Dress for Succes, die mensen aan goede kleding helpt voor sollicitatiegesprekken.
  • Lever het in bij een punt van Drop & Loop. Deze inleverpunten vind je steeds vaker bij winkels in de stad. Door je kleding hierin te leveren, krijgt je kleding een tweede leven door hergebruik of recycling. En als bonus krijg jij korting bij je volgende aankoop bij deze retailer.
  • Dump het in een kledingcontainer. Het nadeel van deze containers is dat er zoveel kleding in gedumpt wordt, dat ze het bijna niet aankunnen. Daarom noemen we het ook als laatste optie. Deze kleding eindigt namelijk ook nog wel eens in landen als Ghana of Chili in een kledingwoestijn. Maar: het is toch beter dan je kleding  bij het huisvuil dumpen. Want ook bij de kledingcontainers wordt kleding hergebruikt en gerecycled.

Shoppen in je eigen kledingkast: wat zijn jouw ervaringen daarmee? En wat zijn je tips? Deel het door hieronder een reactie achter te laten.

Over de schrijver