Suzanne Monnier studeerde in 2005 af als documentair fotograaf maar raakte 5 jaar geleden volledig in de ban van de permacultuur. De afgelopen jaren veranderde zij haar stadstuin langzaam in een paradijselijke wildernis en rondde ze haar opleiding permacultuur af. Nu ziet zij overal potentie en toekomstige eetbare oases. Deze enthousiaste stadsboerin gaat haar passie en kennis het komende jaar benutten op een bijzondere plek: Stadsakker Proeftuin Erasmusveld. De hoogste tijd voor een interview.
Een gaaf experiment
Suzanne Monnier werd vorig jaar in augustus benaderd door Lekkernassûh in Den Haag. Ze vertelt bevlogen:
“Zij organiseren elke week een versmarkt waar je lokaal voedsel kunt kopen en waren al een tijdje op zoek naar een stuk land om zelf groente te verbouwen. Toen zij kregen te horen dat er een stuk land beschikbaar kwam hebben ze mij gevraagd om mee te gaan om te kijken of dit mogelijk was.”
“Het gaat om een ouderwets volkstuinencomplex dat jaren lang verlaten is geweest. Alle huisjes zijn gesloopt en de begroeiing is blijven staan. Het idee is dat er uiteindelijk een duurzame woonwijk op deze plek komt: Proeftuin Erasmusveld.”
“Op dit moment is er een groep architecten bezig om het uiteindelijke ontwerp neer te leggen. Hoe lang wij er dus aan de slag kunnen is onzeker maar er is een kans dat (delen van) ons ontwerp uiteindelijk worden meegenomen in deze nieuwe wijk.”
Allemaal wilde plannen
Het is best bijzonder dat een projectontwikkelaar, in dit geval BPD, open staat voor al deze gave plannen. Suzanne licht toe:
“Normaal gesproken wordt de grond helemaal kaal getrokken en beginnen ze van voren af aan. Nu willen ze de begroeiing laten staan om te kijken wat we daar mee kunnen. Dat is voor hen ook een groot experiment.”
“Er zijn allerlei wilde plannen voor de Proeftuin. Zo komen er vanaf juni bijvoorbeeld 5 tiny houses te staan en zijn er plannen voor een stadscamping. Voor mij is het een uitdaging om een akker neer te zetten volgens de principes van de permacultuur waarvan een deel of het geheel uiteindelijk kan worden opgenomen in de toekomstige duurzame woonwijk. Als dat lukt dan sla je volgens mij de slag naar een nieuw soort bouwen en wonen. Een vorm waarin je voedsel weer naar de plek kunt brengen waar mensen leven. Dat is voor mij de grootste drijfveer om mee te doen.”
Gebruik maken van wat er is
Suzanne probeert op het terrein zoveel mogelijk gebruik te maken van wat er al is:
“Er moesten op het terrein veel coniferen worden gekapt. Ik wil al dat hout graag op het terrein houden. We kunnen er een hekwerk van maken en de stronken die er liggen zijn prima te gebruiken als zitjes. De hopen aarde die er nu liggen zijn weer goed te gebruiken voor de pompoenwallen die ik wil bouwen. Dat soort dingen zijn voor mij heel logisch maar voor de projectontwikkelaar compleet nieuw.”
“Bij alles wat ik doe kijk ik naar wat er permanent kan blijven en wat er wijsheid is met het oog op de tijdelijkheid. Ik maak dus gebruik van wat er al staat, zoals een aantal fruitbomen en sierkers en zet daar de teelt van eenjarige groenten, vaste planten en struiken omheen die relatief makkelijk te verplaatsen zijn. Langs de randen van de akker komen twee wilde zones, heggen van inheemse struiken en takkenwallen om de biodiversiteit en de veerkracht van de akker te vergroten.”
“We proberen alles op het terrein te houden en daar omheen te bouwen. Het permanente zit meer in de bodemverbetering en het geven van inspiratie en te laten zien wat er mogelijk is. Als het voort mag blijven bestaan kunnen we wellicht een vaste vorm vinden. Dan zou je bijvoorbeeld een voedselbos aan kunnen leggen.”
Een groene toekomst
Deze groene plannen voert Suzanne niet alleen uit maar met een groep vrijwilligers. Ze vertelt enthousiast:
“Ik ben verantwoordelijk voor het ontwerp en de planning maar ik heb gelukkig een tiental vrijwilligers die meehelpen. Ik zou het uiteindelijk fantastisch vinden als het ons samen lukt om de projectontwikkelaar er van te overtuigen dat het mogelijk is om je voedselvoorziening dichterbij huis te krijgen, of dat nou is in de vorm van een voedselbos, akkerteelt of een kas met eigen kruiden.”
“Het zou zo mooi zijn als moestuinen en groene initiatieven standaard worden in nieuwbouw. De komende tijd wil ik zoveel mogelijk laten zien wat er allemaal mogelijk is. Ik wil proberen te inspireren en kijken of het aanslaat.”
Wil jij meer lezen over Stadsakker Proeftuin Erasmusveld? Klik dan hier voor de site en hier voor de site van Suzanne Monnier.
De prachtige afbeeldingen bij dit stuk zijn gemaakt door Sjoerd Vink (afbeelding bovenaan) en Arthur van der Lee.
Een interview met stadsboerin Suzanne Monnier
- Geplaatst door De Kleine Toekomst
- 15 maart 2017
- Duurzaam werken
Over de schrijver
De Kleine Toekomst
De Kleine Toekomst oftewel Gerda heeft beeldende kunst gestudeerd. Ze schreef tot 2017 regelmatig voor hetkanWEL over mensen en initiatieven, die de wereld een stukje beter en mooier maken. Tegenwoordig schrijft ze over hedendaagse kunst voor landelijke tijdschriften en websites en werkt ze aan een boek voor jonge makers.
Ga naar alle blogs van deze auteur De Kleine Toekomst
De Kleine Toekomst oftewel Gerda heeft beeldende kunst gestudeerd. Ze schreef tot 2017 regelmatig voor hetkanWEL over mensen en initiatieven, die de wereld een stukje beter en mooier maken. Tegenwoordig schrijft ze over hedendaagse kunst voor landelijke tijdschriften en websites en werkt ze aan een boek voor jonge makers.
Ga naar alle blogs van deze auteur
2 gedachten over “Een interview met stadsboerin Suzanne Monnier”
Pingback: Tiny village bewoner Bernhard over Proeftuin Erasmusveld
Pingback: Dit zijn de duurzame hotspots van 'oh oh, Den Haag' -
Reacties zijn gesloten.