Terwijl Nederlandse veehouders moord en brand schreeuwen over de lage prijzen en vergeefs aankloppen in Den Haag voor financiële steun, werken akkerbouwers stug door. Martin de Ruiter, boer in de Hoeksche Waard is zo’n nuchter exemplaar. Ik spreek hem eind juli; de tarwe moet geoogst en de tuinbonen zijn rijp om in de pot te gaan. Werk aan de winkel dus.
Je zou De Ruiter een heel gewone boer kunnen noemen met zijn 52 hectare akkerland. Geen vergeten groenten, geen hippe gele, oranje en paarse wortelen. In plaats daarvan het standaard assortiment aardappelen, suikerbieten, tarwe, tuinbonen en nog wat sperziebonen. Maar schijn bedriegt. Onder zijn relaxte voorkomen gaat een gepassioneerde ondernemer schuil die de tijdgeest prima aanvoelt. Vorig jaar zomer haalde hij de landelijke pers met zijn noodkreet waarin hij aangaf 60.000 kilo sperziebonen niet meer te oogsten omdat het op de markt niets meer op zou brengen. “Je mag het gratis komen halen, zonde om het onder te ploegen”. Voordat hij er erg in had was zijn bericht op Facebook 2300 keer gedeeld en parkeerden honderden mensen hun auto op de dijk in Strijen om zelf groente te komen plukken. Toch was het niet alleen het ‘gratis’ waar mensen op af kwamen. Tientallen ouders brachten hun kroost mee en bedankten Martin voor het feit dat ze aan hun kinderen konden laten zien hoe het eten groeit. Of vonden het fijn dat ze op deze manier meewerkten aan het voorkomen van verspilling. De Ruiter: “De burgemeester kwam me nog speciaal bedanken omdat ik Strijen op de kaart heb gezet”.
“De natuur heb ik te leen”
Het zette hem aan het denken. “Ik heb wat uit te leggen aan de burger. Enerzijds vind ik het fijn om mijn bedrijf te laten zien en mensen te vertellen over de teelt van groenten. Maar anderzijds vind ik dat ik wat terug moet doen aan de maatschappij omdat ik landbouwsubsidie krijg. Ik ontvang elk jaar 18.000 euro van de Europese Unie waarvoor ik geen concrete tegenprestatie hoef te leveren.” Dus investeerde De Ruiter in bloemrijke akkerranden en merkte hij hoe de kikkers en salamanders terug kwamen op zijn land en de sloten weer vol met leven zaten. Dit jaar heeft hij bijenkasten laten plaatsen in zijn akkerranden en maakt hij honing van de vele bloemsoorten. Ook hoeft hij sinds de komst van al die bloemen niet meer te spuiten tegen luis. De zorg voor een goede bodem en gezonde leefomgeving gaat hem zichtbaar aan het hart. “In feite heb ik de natuur gewoon te leen van mijn kinderen.”
Maar ook is hij warm pleitbezorger voor een boerensector die gewoon in staat is zijn eigen broek op te houden. “Het is fijn dat ik geld krijg van de overheid voor de akkerranden, maar het liefst zou ik mijn bedrijf voeren zonder subsidie. Alleen dan moet ik wel een eerlijke prijs krijgen voor mijn producten. Nu krijgen wij boeren op dit moment ongeveer 3 cent voor een kilo aardappels, terwijl de consument er in de winkel minstens 80 cent voor betaalt. Waar blijft dat geld? Het verdwijnt in de zakken van de multinationals.”
Landbouwsubsidies zijn niet meer effectief
Landbouwsubsidies waren ooit bedoeld om te zorgen dat mensen goedkoop te eten hadden. Slimme politici snappen dit, zo blijft het volk rustig. Maar het is niet meer effectief. We zijn geld aan het rond pompen. Kostbare gewassen worden onder de kostprijs verkocht. Neem tarwe. De Ruiter rekent voor. De teeltkosten (zaad, gewasbescherming, machines) per hectare van tarwe zijn ongeveer 1200 euro. Daar komt nog eens 800 euro per hectare bij aan de kosten van het land zelf (pacht of hypotheek) en dan kom je in totaal op 2000 euro kosten per hectare. De opbrengst van zo’n 10.000 kilo per hectare tegen een kiloprijs van 17 cent is zo’n 1700 euro. “Dan heb je dus nog niets verdiend voor al het werk.”
Om een en ander inzichtelijk te maken, rijden we in zijn knalgele truck langs de diverse percelen die De Ruiter beheert. Prachtige wit-gouden velden met zomertarwe en baardtarwe. Vrijwel allemaal omzoomd met bloeiende venkel of andere zomerbloeiers. Een plaatje. Ik vraag hem waarom hij dan toch tarwe teelt, als het niks opbrengt. “Tarwe is heel goed voor je grond”, legt hij uit. “Als je alleen maar aardappelen en suikerbieten teelt, dan raakt je grond uitgeput. Tarwe is een rustgewas en zorgt voor veel organische stof in de grond. Het is goed voor het bodemleven.”
Direct verkopen aan de klant
Raar vak, dat boeren. De gewassen brengen niks op, de grondprijzen zijn sky-high, je werkt je dag en nacht te blubber en geld om te investeren is er niet omdat de marges te klein zijn. Geen wonder dat al zijn collega’s hun toevlucht nemen tot schaalvergroting om aan het einde van de streep nog iets over te houden. “Ik ben boer in hart en nieren”, zegt Martin. Ik ben met 52 hectare relatief klein, maar ik kan alles zelf doen. Zo houd ik de kosten heel laag. Ik geloof in een toekomst voor kleinschalige familiebedrijven, die gedeeltelijk rechtstreeks aan consumenten verkopen. Dit jaar heb ik opnieuw sperziebonen geplant die mensen zelf kunnen komen plukken. Dan betalen ze 50 cent per kilo, op de markt zou ik er 8 cent voor krijgen. Maar geld is niet alles. Ik heb nu vrijheid.”
2 gedachten over “Tarweboer vertelt ontnuchterend verhaal over de prijs van eten”
Waar kan ik tekenen? Ik doe mee!
MOOI doel, hopen dat het lukt!
Reacties zijn gesloten.