In deze Tiny House community gaan biodiversiteit, biobased bouwen en groepsgevoel samen

Midden in het Limburgse landschap, vlakbij Schimmert, ligt de duurzame tiny house community ‘Op de Bees’. Drie jaar na een oproep van de gemeente voor dit project, betrekken de eerste bewoners hun tiny house. Marcel van Kasteren is voorzitter van de bewonersvereniging en vertelt over deze bijzondere plek waar 18 mensen samen, klein wonen, midden in de natuur.

Fotografie: Pieter van den Boogaart

De naam van de community is een verwijzing naar de straatnaam ‘Op de Bies’ en de ambitie van deze groep mensen om de biodiversiteit en de bijen een impuls te geven. En daar is alle ruimte voor. Vanaf de doorgaande weg kun je de duurzame tiny community ‘Op de Bees’ in Schimmert niet zien liggen.

Het grote stuk land, waar ruimte is voor 11 tiny houses, ligt verscholen tussen de weilanden. “Heerlijk rustig”, vertelt een van de bewoonsters, Nicole. “Ik ben de afgelopen jaren een aantal keer verhuisd. De plekken waar ik ging wonen werden steeds rustiger. Hier hoor je eigenlijk helemaal niets meer. Alleen de vogels.”

Verscholen, maar dichtbij winkels en uitvalswegen

Toch ligt de community niet afgelegen. Op de fiets kun je gemakkelijk een boodschap doen en met de auto zit je zo op de snelweg. Een ideale plek dus volgens de bewoners. Op de locatie wordt nog volop gebouwd. Marcel van Kasteren vertelt: “Daarom staat er nu ook nog een hek om het terrein. Overal liggen bouwmaterialen. Als we straks klaar zijn, gaat het hek weg. We krijgen dagelijks mensen langs, die even komen kijken. Ze hebben over onze community gelezen en zijn nieuwsgierig hoe het vordert. Die interesse is leuk.”

Nog even behelpen zonder elektriciteit en stromend water

Drie mannen graven diepe geulen langs het huis van Marcel. Marcel vertelt: “We krijgen eindelijk elektriciteit en stromend water. Dat werd wel tijd. Ik ben de eerste die is verhuisd en ik douche nu buiten onder de tuinslang en heb stroom via een verlengsnoer naar een centraal punt. Dat is wel een beetje behelpen, maar eerder lukte het niet. De netbeheerder plant de werkzaamheden pas in als je huis officieel af is. Dan woon je er al en moet je gewoon geduld hebben.” Marcel vervolgt: “Mijn Nur Holz huis (massief hout) was een van de eerste die klaar was. Het stond binnen een paar dagen, maar de afbouw duurde wel nog een paar maanden. Nu kan ik er prima wonen.“

Een tiny house community met 11 huisjes

De community bestaat straks uit 18 bewoners, die in 11 huisjes wonen. Sommige huizen worden bewoond door stellen, andere door alleenstaanden. Negen van de huizen zijn klaar of in aanbouw en met de bouw van de laatste twee wordt binnenkort gestart.

Marcel vertelt: “Alle bewoners vroegen een vergunning aan voor hun huis en kozen ook een eigen architect. Alle woningen zijn dus anders, maar stuk voor stuk gebouwd met duurzame materialen. Sommige bewoners bouwen hun eigen huis, anderen laten het bouwen.” Er worden verschillende technieken gebruikt.

Er is houtskeletbouw en er zijn CLT-huizen (Cross Laminated Timber, ofwel kruislaaghout), die bestaan uit meerdere lagen hout die kruislings op elkaar zijn verlijmd. Ook is er een huis van kurk, dat in twee lagen, als blokken, als buitenmuur wordt bevestigd en een huis van leem op palen.

Een van de bewoners heeft zijn eigen huis meegenomen. Twee van de huizen zitten nog in de vergunning- en ontwerpfase; zij kwamen er als laatste bij.

Lees ook: Vera woont in een volledig zelfvoorzienend tiny house

Een initiatief van de gemeente Beekdaelen

Het terrein was ooit een kwekerij en lag al een tijd braak. Ernaast ligt een tuincentrum met veel buitenruimte en er zijn wat huizen in de buurt. De gemeente Beekdaelen nam het initiatief voor deze tiny house community. Zij verdeelden het grote stuk land in 11 percelen voor de tiny houses en organiseerden in 2021 een online informatiebijeenkomst.

De animo was groot. Er kwamen ruim 100 mensen op af. Marcel: “Ik was niet bij de eerste bijeenkomst. Mijn partner Nicole wel. We woonden samen en zij werd erg enthousiast van deze oproep. Zelf twijfelde ik. Ik ben van nature niet zo’n minimalist. Ik woonde ooit in een groot huis, houd van fietsen en kamperen en heb best wel veel spullen. Wilde ik wel in een tiny house wonen? En waar zou ik dan mijn spullen laten?”

Nicole: “Het leek me bijzonder om op deze plek te gaan wonen. Zo midden in het groen, in een eigen huis, maar wel samen met anderen met wie we het terrein zouden delen en er samen iets moois van konden maken. Ik hoopte dat ik Marcel ook kon enthousiasmeren.”

En dat lukte. Na de eerste bijeenkomst was Nicole zo enthousiast, dat Marcel ook nieuwsgierig werd over deze tiny house community. Marcel: “Bij de tweede bijeenkomst besloot ik om ook deel te nemen en het idee kreeg ook in mijn hoofd vorm. Nicole en ik schreven ons allebei in, maar wel apart.

Ik heb vier kinderen en Nicole werkt als coach vanuit huis. Als we samen in een tiny house zouden gaan wonen, dan zouden mijn kinderen nooit kunnen blijven slapen en zou ik als Nicole aan het werk is, het huis moeten verlaten. Dat leek ons niet ideaal. Daarbij houd ik ook van sport op tv en Nicole wat minder. Als buren met allebei ons eigen huis, zouden we het beste van twee werelden hebben. We kunnen allebei onze eigen gang gaan, maar zijn wel samen.”

Ondanks de grote interesse, werden Marcel en Nicole allebei door de gemeente geaccepteerd. De gemeente had geselecteerd op mensen die de waarden voor deze gemeenschap over samenleven en duurzaamheid deelden en daar pasten ze goed in. Marcel: “Het resulteerde in een mooie groep en samen konden we aan de slag.”

De gemeente stelde de grond beschikbaar, maar wij deden de rest

Marcel: “Het was het begin van een intensieve periode. De gemeente had de grond beschikbaar gesteld, maar de rest moesten we zelf doen. De invulling van de ruimte, het regelen van de voorzieningen, vergunningen aanvragen, architecten en bouwers zoeken, maar ook contact leggen met de buurt om over onze plannen te vertellen.

Een tiny house community is in deze omgeving nog nieuw, dus we moesten duidelijk uitleggen wat we van plan waren. De gemeente ondersteunde ons hier goed bij. Daarbij kwam dat we in onze plannen ook ruimte voor educatie meenamen. In het gezamenlijke gebouw dat we nog gaan bouwen, ontvangen we straks schoolklassen die bij ons kunnen leren over de natuur, voedselbossen en ook kunnen meehelpen op het terrein. Ook daar werd vanuit de gemeente en scholen heel enthousiast op gereageerd. ” 

De vereniging pacht de grond van de gemeente

Marcel: “Ook moesten we een vereniging oprichten. De vereniging pacht de grond van de gemeente. Iedere bewoner neemt verder de verantwoordelijkheid voor zijn eigen huisje, maar samen zijn we verantwoordelijk voor het voedselbos en de gedeelde grond. In eerste instantie mogen we tien jaar blijven. Gaat het goed, dan kan het voor langer.”

Alle bewoners zijn lid van de vereniging en dragen er maandelijks financieel aan bij. Marcel: “Dat geld gebruiken we voor de pacht, maar ook voor de rest van het terrein en alles wat we delen. In het gezamenlijke gebouw komt bijvoorbeeld ook een wasmachine en een droger. Daar kun je gebruik van maken. Daarnaast lenen we ook gereedschap van elkaar en delen we de spullen voor de tuin.”

Sommige bewoners hadden wat tegenslag

Het proces ging soms wel langzaam vindt Marcel en sommige bewoners hadden wat tegenslag. Marcel: “Suzan heeft enorme pech gehad met haar dak. Haar buitenmuren stonden er binnen een dag, maar het dak was nog niet af. Een regenbui heeft voor een lekkage gezorgd.”

Ook bij zijn partner Nicole moest er iets opnieuw: “Nicoles huis lijkt een beetje op een kasteel. Haar huis is een houtskeletbouw en de binnenkant is bekleed met blank populierenhout. Aan de buitenkant komt larikshout in stroken met een buitengewoon bijzonder patroon. Dat ging niet goed en die stroken moesten helemaal opnieuw gedaan worden. Het vordert nu wel vlot en is goed bewoonbaar.”

Een keer in de maand samen werken op het terrein

Een dag in de maand werken alle bewoners gezamenlijk op het terrein. Ook al ligt de focus vooral op de bouw van de huisjes, er moet ook op het terrein van alles gedaan worden. In april is er al een wadi aangelegd.

Een wadi, wat staat voor ‘Water Afvoer Drainage en Infiltratie’, is een voorziening die regenwater tijdelijk opvangt en laat infiltreren in de bodem, zodat het riool niet overbelast raakt en het grondwater wordt aangevuld. En er is van alles geplant. Marcel: “Een van de bewoners, Ryan, werkt bij een tuincentrum en heeft veel kennis van planten. Hij is dan in de lead en de wadi zal straks een kleurrijke, biodiverse oase vormen.”

Een groen, schuin dak

Alle huizen zijn gebouwd met biobased materialen en heel goed geïsoleerd. Dat scheelt natuurlijk in de winter. Daarnaast heeft een aantal huisjes ook zonnepanelen en een groen dak. Marcel: “Ook het groene dak isoleert in de winter en houdt de warmte in de zomer buiten. Mijn dak is schuin en dat is lastiger voor het aanleggen van een groen dak. Alle planten moeten dan met een bijzondere constructie worden geplaatst, zodat ze niet gaan schuiven.”    

Marcel: “We verwachten dat alles in de zomer van 2025 klaar is. Precies vier jaar na de oproep van de gemeente. Ik denk wel dat het sneller had gekund. We hebben toch nog best veel tijd verspild, maar ik weet ook dat veel van dit soort projecten langer duren. Maar we wonen er nu mooi wel.”

Ook zelf bouwen?
Droom jij ervan om zelf een energieneutraal huis te bouwen? Of wil je met een groep vrienden die mooie leegstaande kerk omtoveren tot een eigen woonplek? Steeds meer mensen kiezen voor zelfbouw, vaak samen met anderen. Triodos Bank helpt je graag met deskundig advies over Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) en duurzaam bouwen.
> Lees meer over CPO

Over de schrijver

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *