Ze surfen, maken lange wandelingen die ze hikes noemen, adopteren zwerfhonden en ruiken naar wierook, oude gympen en reefsafe zonnebrandcrème met kokos. Ze werken online – natuurlijk – en doen waarschijnlijk iets met social media. Ze drinken speciaalbier bij zonsondergangen, doen yoga bij zonsopkomst en eten – tenzij de tapas gratis zijn – vegan. Eind twintigers of begin dertigers die illegaal vuurtjes stoken op het strand, liever niet op campings slapen, huis en haard verkochten en hun camper volstouwen met reisboeken en polaroidfoto’s van festivaluitjes. Herkenbaar? De kans is groot dat één van deze vanlife-vooroordelen achter de schuifdeuren van jouw busje schuilt. Want zijn we eigenlijk wel de unieke paradijsvogels en vrijbuiters die we pretenderen te zijn? Of is vanlife gewoon een nieuwe tijdelijke manier om met onze millennial-frustraties om te kunnen gaan?
Niet langer een uitzonderingspositie
De eerste keer dat ik me realiseerde dat we als busnomaden niet langer meer tot een speciale buitencategorie behoorden, was nog niet zo lang geleden. Waar we eerst zo’n tweeëneenhalf jaar lang konden rekenen op bewonderende blikken en verbaasde kreten als we vertelden dat we ons bakstenen huis hadden verkocht en nu ons geluk beproefden als vanlifers, krijgen we nu vaak een ‘wat leuk, ik ken ook iemand die…’ voor onze kiezen. Begrijp me niet verkeerd: ook drie jaar geleden waren we niet de special snowflakes die we dachten – of pretendeerden – te zijn, maar toch zeker bijzonder genoeg om op te vallen. Nu ook het internet steeds dichtbevolkter raakt met het speciale vanlife-soort realiseerde ik me dat de tijd dat je als busbewoner een speciale uitzonderingspositie geniet, voorbij is. Dat vind ik fantastisch – nog niet zo lang geleden streed ik woest voor erkenning voor deze manier van leven – maar maakte ook dat ik mezelf betrapte op een ‘maar wij zijn toch anders’-gedachte. Of, helemaal met de billen bloot: maar zij zijn minder écht. Ze doen het om de verkeerde redenen, houden het vast niet zo lang vol, doen te veel van hetzelfde. Maar is dat ook zo?
Een échte vanlifer
Want wat maakt een vanlifer nou een échte vanlifer? Zijn het de gemene, welbekende, delers als het hebben van een Instagram-account, een surfboard of een speciaal plekje in de bus voor polaroidfoto’s en letterborden? Of zijn het slechts logische gevolgen van het najagen van dezelfde droom: een leven in dienst van dat waar je je goed bij voelt, in plaats van een leven dat al door je ouders – of misschien zelfs de maatschappij – werd voorgekauwd? Wonen surfers niet in bussen zodat ze aan zee wakker kunnen worden? Vermijden we campings om ons te onderscheiden van de pensionado’s met een grote integraalcamper of willen we gewoon liever gratis, midden in de natuur waarvan we zo vervreemd zijn geraakt?
Een plan B
Ik denk dat daar het antwoord in schuilt: we voldoen aan de clichés omdat wij – en met ons een hele generatie – op zoek zijn naar antwoorden. Naar een leven waarin we de keuzes die zo overvloedig om ons heen aanwezig lijken te zijn ook eens echt kunnen gaan onderzoeken. Omdat het fulltime leven in een bus tijd en (mentale) ruimte geeft om uit te zoeken wie of wat we zijn zonder ons druk te maken over een ingewikkelde positie op de huizenmarkt, zonder torenhoge schulden, zonder al onze energie kwijt te zijn aan het strijden om een vaste baan. Vegan eten is goed voor het milieu, yoga is goed voor lijf en geest, en speciaalbier: dat is gewoon lekker. Dat zijn geen vanlife-clichés, dat is omdat we leerden dat we best wat minder op onze ouders mogen gaan lijken. Het hoeft niet allemaal normáál. We anticiperen op wat we om ons heen zien gebeuren: woningnood, burn-outs, een leven dat veel mensen niet altijd gelukkig (meer) maakt. En dus doen we het anders, we gaan op zoek. Naar onszelf, naar elkaar, naar een leven dat beter bij ons past. Gedreven door voortschrijdend inzicht: om het leuker te maken moeten we zelf de slingers ophangen.
Wie we zijn
Dus hier zijn we dan, in al onze vanlife-glorie. We zijn surfers, hondenvader- en moeders, vegans, jonge ouders, reizigers, huismussen, wereldverbeteraars, digital nomads, creatievelingen. We zijn soms oogartsen, psychologen, strategisch adviseurs, IT’ers, verpleegsters of campingbeheerders en soms ‘gewoon’ ongewassen vakantiegangers, levensgenieters, langharige hippies. Dat is het mooie: je hoeft niet te kiezen. In de vanlifecommunity ben je altijd welkom. Of je nu een paar maanden, een paar weekenden of een leven lang voor een bestaan op wielen kiest: je past altijd en bent toch nooit hetzelfde als je tijdelijke buurmens in z’n omgebouwde Sprinter. Dus surf, hike, maak carrière, influence je helemaal de moeder of krijg heimwee en keer terug naar een leven dat toch beter paste. Vanlife is meer dan de som der delen: het is een verzameling. Van niet uitgekomen of juist splinternieuwe dromen, van hobby’s, levensstijlen, van mensen, van veel hetzelfde en toch altijd anders. Zijn we wandelende clichés? Ongetwijfeld. Is vanlife een manier om met een wereld, die door alle technologie en keuzemogelijkheden soms overweldigend lijkt, om te gaan? Zeker. Maakt dat ons minder echt, minder vrijbuiter, minder vrij? Integendeel. De vanlifecommunity is here to stay. Wees welkom, er is altijd plaats genoeg voor nog een paar – of een generatie – paradijsvogels.
Dit artikel werd gepubliceerd in vaNLife magazine, hét spiksplinernieuwe, cliché-overstijgende tijdschrift voor en door een nieuwe generatie camperaars. Benieuwd naar meer verhalen over vanlife, avontuurlijker leven en een andere manier van reizen? HetkanWEL mag een exemplaar weggeven! Laat in een reactie weten waarom jij graag meer wilt weten over een leven als nomade, en misschien ontvang jij binnenkort de eerste editie op je deurmat.
Zelf een exemplaar bestellen? Kijk op www.vanlifemagazine.nl
Foto: Angelica Vis
3 gedachten over “Wat er achter de schuifdeur schuilt: over vanlife-vooroordelen”
Gescheiden, alleen, geen huis meer. De kinderen staan op eigen benen.
Ik werk in de zomer in Frankrijk als docent en PA bij Creatieve Vakantie Frankrijk met mijn vriendin. In de winter leid ik een aantal weken de kinderactiviteiten op compound Franco Inn, Gambia voor een andere vriendin en haar man. Tussendoor rij, verblijf en logeer ik hier en daar voor mijn eigen bedrijfje op verschillende projecten en opdrachten.
Ik houd van dit leven, maar het heeft meerdere consequenties. Geen vaste baan, geen vast inkomen, te oud en geen lening mogelijk voor mij zonder onderpand. Daardoor ben ik erg geïnteresseerd geraakt in een leven op wielen. Mobiel en stukken goedkoper. Geen noemenswaardige vaste lasten ook als ik in het buitenland ben. Tenminste zo lijkt het nu. Ik ben aan het onderzoeken wat mogelijk is voor mij.
Heerlijk! Ik denk er al lang over na of een mobiele woonplek te hebben en te kunnen reizen mij de vrijheid zou brengen die ik graag wil. Dit tijdschrift is meer dan welkom om meer over vanlife te lezen.
De kinderen zijn de deur uit, nu is het tijd voor ons! Ik droom al jaren ervan om in een busje te wonen en de wereld te verkennen!
Reacties zijn gesloten.