Veganisme is elitair – en daar is niks mis mee

Wereldwijd kiezen steeds meer mensen ervoor om minder of helemaal geen dierlijke producten meer te eten. Ze maken zich zorgen om dierenwelzijn en de impact van vlees en zuivel op het klimaat. De toekomst is vegetarisch of zelfs veganistisch, wordt dan ook wel geroepen. Maar de tegenvraag komt ook steeds vaker: is veganisme niet elitair? Een nieuwe linkse hobby, toegankelijk voor de witte middenklasse maar onbereikbaar voor de rest van de wereld? Het antwoord hierop is: een beetje wel, ja. Maar dat staat een plantaardige toekomst geenszins in de weg.

Geen geld

Veganisme is een leefwijze die met name wordt geassocieerd met jonge, stedelijke, relatief welvarende mensen. Denk: blond yogameisje, met voldoende geld om elke dag een groene shake te kopen. Voor de Inuit in Groenland, bijvoorbeeld, is het op dit moment nog vrijwel onmogelijk om veganistisch te eten. Ze hebben amper toegang tot plantaardige voedselalternatieven.  Een sappige Beyond Burger in laten schepen ter vervanging van hun dagelijkse portie zelf gevangen walvis of zeehond is onbetaalbaar.

Hetzelfde geldt voor andere groepen op de wereld, die op geïsoleerde of arme plekken wonen. Maar ook in rijke landen als de Verenigde Staten bestaan zogenoemde food deserts. Hier wonen de armste gezinnen uit het land en zijn plantaardige producten onbetaalbaar of niet te krijgen, terwijl je er een halve kilo kipnuggets voor een paar dollar kunt krijgen.

Andere zorgen

Soms is er wel ruimte in de portemonnee voor een andere manier van eten, maar niet in het hoofd. Dat gold bijvoorbeeld voor mijn buren in Jakarta. Hier deed ik lange tijd antropologisch onderzoek naar de toenemende overstromingen uit de zee, een gevolg van klimaatveranderingen. Plantaardig eten was hier volop verkrijgbaar én betaalbaar. Vlees is voor de armen in Indonesië meestal te duur. Daarom eten ze vooral veel rijst, bonen, tempeh en tofu.

Maar af en toe aten ze ook een ei, of wat kip, of vis. Eigenlijk aten ze gewoon wat er op de markt in de aanbieding was. Over de link tussen het eten op hun bord en het zeewater in hun straten dachten de meesten niet na. Hun hoofden zaten daarvoor te vol met concrete zorgen. Het vervuilde water waardoor ze waadden, de veiligheid van hun kinderen en de eerstvolgende overstroming. Want hoe hoog zou die worden, en welk huis zou het water nu weer verwoesten?

Ver van ons bed

Wij, in het rijke Westen, hadden die concrete klimaatproblemen anno 2019 nog niet. Maar we hadden wél een flink aandeel in die zeespiegelstijging. Bij ons ontstonden de grote industrieën. Sindsdien hebben we in onze regio enorm veel CO2 en andere broeikasgassen uitgestoten. Daar zijn we nu met de hele wereldbevolking de dupe van, maar de mensen in Groenland, Indonesië en nog een aantal kwetsbare gebieden op de wereld ervaren de gevolgen het eerst en het hevigst.

Veganisme

Sinds het begin van de industriële revolutie is de uitstoot van CO2 in Europa bijna net zo groot geweest als die in Azië. Toch wonen er in Europa 740 miljoen mensen, terwijl er in Azië meer dan 4 miljard wonen. Daarom is het wel zo eerlijk als wij – de witte middenklasse van de wereld – het voortouw nemen en massaal plantaardig gaan eten. Juist omdat wij daartoe de kans hebben. Dat is een verantwoordelijkheid, die komt met het leven in een welvarend, methaanproducerend, gasuitstotend land.

Kijk eens wat verder

En dan nog wat: veganisme wordt op dit moment weliswaar grotendeels gepromoot door westerlingen, maar dat is niet altijd zo geweest. En het zal ook niet lang meer zo blijven. China kondigde bijvoorbeeld recent aan dat ze in 2030 de helft minder vlees willen produceren. De blonde yogi’s, die plantaardig eten nu zo fanatiek op de kaart zetten, zijn bepaald niet de enigen die geen dierlijke producten eten.

Er zijn samenlevingen in landen als India waar mensen al veel langer geheel plantaardig leven. Er bestaan ook vele niet-witte groepen in de Verenigde Staten en andere landen, die het eten van dieren afzweren. Achterin mijn boek Ooit Aten We Dieren vind je een lijst met de meest bekende veganistische activisten met een donkere huidskleur. Daarbij vind je ook links naar populaire websites met plantaardige recepten uit de soul food keuken, en de Mexicaanse keuken.)

Gekleurde veganisten wijzen er op digitale platforms vaak op dat het oorspronkelijke eten van hun overgrootouders vaak al veganistisch was en dus helemaal niet leek op de carnistische diëten die nu als ‘typisch’ Afro-Amerikaans of Latijns-Amerikaans worden gezien. In de Amerikaanse food deserts waar veel arme mensen uit die groepen nu wonen, kun je weliswaar alleen kipnuggets en vleestaco’s krijgen, maar dat is geen cultuur of traditie. Dat is kapitalisme. Heel elitair, inderdaad.

Wat vind jij: is veganisme iets voor de elite? Laat het ons weten door hieronder een reactie achter te laten. 

Over de schrijver

2 reacties op “Veganisme is elitair – en daar is niks mis mee”

  1. Toch wel jammer dat veganisme als volmaakte oplossing voor klimaat en dierenwelzijn word gezien. Buiten vleesconsumptie zijn er nog andere factoren die dierenwelzijn benadelen. Wat te denken van verdwijnen van leefgebieden van wilde diersoorten door ontbossing en verstedelijking. Bovendien zijn die factoren ook niet echt bevorderlijk voor het klimaat, net als industrialisatie en de tegenwoordige consumptie maatschappij.

  2. Een plantaardige eetgewoonte moet toegankelijk worden voor iedereen ongeacht hun sociale of financiëele situatie in mijn ogen.

    Ikzelf ben al vele jaren bezig met een plantaardige eetgewoonte en ik ben bepaald niet jong meer of hip te noemen. Nooit geweest ook 🙂

    Een plantaardige eetgewoonte kan nu wel elitair heten maar hopelijk in de dichte nabijheid niet alleen meer voor de rijken maar ook voor iedereen die over wil schakelen waar ook ter wereld!

Reacties zijn uitgeschakeld.