In hartje Den Haag vind je een voedselmoerasbos

In de categorie voedselbossen kwamen we deze weken een nieuwe variant tegen: het voedselmoerasbos. In hartje Den Haag onderzoekt een groepje mensen welke eetbare planten het beste gedijen in een nat gebied, zoals het veenweidengebied. Denk aan watermunt, de wortel van lisdodde, dat net als azola heel eiwitrijk is, of zeebiet.

Veenweidegebied

Het veenweidegebied vind je in de lage gebieden van Holland en Utrecht, maar ook in de Zuidwesthoek van Friesland en de Kop van Overijssel. Het bestaat uit weiden op veengrond. Op veel plekken in het veenweidegebied zakt het grondwaterpeil. “Het is een beetje een technisch verhaal,” vertelde Joost van Schie ons eerder deze maand al. Zijn familie heeft een boerderij in het veenweidegebied bij Warmond. “In de zomer zakt het grondwaterpeil en dan krijg je dat zuurstof door de humus en de klei bij de veenlaag kan komen. Dat is verteerd organisch materiaal waar koolstof in zit, dat dan opstijgt als CO2. Als de bodem meer water kan vasthouden en transporteren, hoop ik dat we dat proces kunnen afremmen.”

Een voedselmoerasbos

Een nieuwe manier van landbouw zou wel eens een voedselmoerasbos kunnen zijn, zegt Maarten Epskamp in Vroege Vogels op NPO Radio 1. Het idee ontstond tijdens een studie permacultuur waar ook aandacht was voor voedselbossen. Daar had tien jaar geleden nog bijna niemand van gehoord, maar nu wordt er volop mee geëxperimenteerd en vind je er tientallen in ons land. De meest bekende is Ketelbroek in Groesbeek, dat tien jaar geleden door voedselbospionier Wouter van Eck werd opgezet. Hij werkt momenteel aan een ‘rationeel’ voedselbos van 20 hectare in Schijndel, waarbij onderzocht wordt of een voedselbos financieel rendabel kan zijn voor boeren.

Hartje Den Haag

In Den Haag kregen de studenten de opdracht om een voedselmoeras te ontwerpen. Met het idee om op veenweidegrond planten te gaan kweken die voedsel voortbrengen en tegelijkertijd tegen natte voeten kunnen, wonnen de studenten een innovatieprijsvraag. Daarmee kregen ze geld om het voedselmoerasbos ook daadwerkelijk te gaan aanplanten. Met steun van de gemeente konden ze in hartje Den Haag aan de slag om te kijken of het idee van een voedselmoerasbos in de praktijk ook standhield. Het is dus nog een experiment. “We zijn aan het kijken wat er wel en wat er niet werkt, zegt Hannah den Hartog tegen Vroege Vogels.  

“Ik hoop dat over tien jaar veel meer mensen voedselmoerasbossen hebben en dat er gegeten wordt uit moerassen,” zegt Hannah. Ook Maarten Epskamp zegt er echt in te geloven. “Ik denk dat de tijd er rijp voor is, voor een andere manier van het produceren van ons voedsel. En ik denk dat het voedselmoerasbos daar heel goed onderdeel van kan zijn.” 

Over de schrijver