Wonen op een vakantiepark: noodgreep of nieuwe woonvorm met toekomst?

Wonen op een vakantiepark, is dat eigenlijk niet ideaal? Je woont in de natuur, vaak in een ‘vrijstaand’ huis en als je geluk hebt, zijn er ook nog allerlei voorzieningen op het park. Maar mag het nou wel of niet? We zochten het voor je uit.

Wonen op een vakantiepark was vroeger iets wat je deed uit nood. Stellen die in scheiding liggen en niet meer samen in een huis wilden wonen, mensen die hun huis aan het verbouwen waren en er niet konden blijven wonen, of een overbrugging bij een verhuizing. Waar je ooit toeristen met rolkoffers en barbecueënende gezinnen de dienst uitmaakten, wonen nu tienduizenden Nederlanders semi-permanent (of stiekem) in chalets, bungalows of tiny houses op recreatieparken. Vaak ook nog in het groen. Wij interviewden iemand – die graag anoniem wil blijven – om de cijfers en motivatie toe te lichten. We noemen deze persoon X, want anders leest het zo ongelukkig.

De woningcrisis in cijfers

Nederland kampt met een tekort van ruim 400.000 woningen (bron: CBS, 2024). Vooral starters, alleenstaanden en gepensioneerden vinden nauwelijks betaalbare woonruimte. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek staan er inmiddels bijna 60.000 mensen officieel ingeschreven op een vakantieparkadres, maar het werkelijke aantal ligt volgens de overheid naar schatting twee tot drie keer zo hoog. Veel bewoners durven zich niet in te schrijven uit angst voor boetes of handhaving (NOS, 2024).

Zo ook persoon X. X: “De huizenmarkt was voor mij simpelweg niet toegankelijk. De wachtlijsten voor sociale huurwoningen zijn eindeloos, en kopen in de stad was geen optie. Maar eerlijk gezegd: ik werd ook letterlijk en figuurlijk ziek van het stadsleven. Ik wilde rust en ruimte om me heen. Toen ik die knoop had doorgehakt, ben ik gaan zoeken naar parken die echt in de natuur liggen en heb ik een plek gevonden. mét tuintje. Ik heb een kruidentuin aangelegd — ik drink nu thee uit eigen tuin. Dat is zó’n rijk gevoel.”

“Nu woon ik midden in het groen, op een recreatiepark — en ik voel me twintig keer sterker. De natuur doet me goed. Ik hoor de vogels als ik wakker word, zie eekhoorns en spechten langskomen. Mijn huisje is goed geïsoleerd, dikke muren, geen tocht. Ik heb bewust geïnvesteerd in kwaliteit — meer dan het dubbele van de prijs van sommige andere chalets hier — maar ik heb daar geen seconde spijt van gehad. Ik kan hier gewoon met gerust hart het hele jaar door blijven wonen. Ook als het koud wordt.”

De regels zijn veranderd — tijdelijk legaal wonen

Omdat steeds meer mensen “illegaal” wonen op vakantieparken, besloot demissionair woonminister Mona Keijzer (BBB) het tijdelijk te legaliseren. Gemeenten mogen tot 2036 niet handhavend optreden tegen bewoners die voor 16 mei 2024 al op een park woonden. Deze week ging de instructie naar gemeenten eruit. De regeling is persoonsgebonden en geldt dus niet automatisch voor het huisje zelf, maar voor de bewoner. Voorwaarde is wel dat het verblijf aan minimale veiligheids- en gezondheidseisen voldoet.

Persoon X: “Op het park waar ik woon, mag je niet permanent verblijven. Daarom ben ik ingeschreven op een ander adres bij een vriend. Er wonen hier best veel mensen permanent. Allemaal met een eigen verhaal en een andere reden om te kiezen voor deze manier van wonen. Veel mensen hebben een ‘LAT-relatie’: mensen die een paar dagen per week bij hun partner zijn, en de rest van de tijd hier op hun eigen plekje. “

Het plan is bedoeld als noodverband in een overspannen woningmarkt. “Deze mensen wonen al in vakantiewoningen — niet omdat ze dat zo leuk vinden, maar omdat er geen andere woningen zijn,” zei Keijzer bij de aankondiging. Persoon X: “Dat is voor de meeste mensen wel het geval, maar deze manier van wonen is niet perse vervelend. Ik vind het zelf ook gewoon heel fijn en veel mensen denken er ook zo over.”

Schrijf je in voor de Anders Wonen Maand 
In oktober organiseren we voor de 5e keer de Anders Wonen maand in samenwerking met Triodos Bank. Dit betekent dat we tijdens deze maand extra veel woonverhalen delen van pioniers die het anders aanpakken. Wil je niks missen?
> Schrijf je dan hier in voor de maand en ontvang een maand lang onze gratis Anders Wonen Nieuwsbrief die ook weer automatisch stopt. Hier vind je meer informatie over de Anders Wonen Maand.
> Wil je je nu alvast laten inspireren door verhalen van woonpioniers en praktische tips over wonen? Bestel dan ons boek Anders Wonen via onze shop :-)
> En droom je ervan om zelf in een wooncommunity, eco-dorp of wooncoöperatie te wonen, of wil je zelf gaan bouwen? Volg dan een van onze online Masterclasses:
7 oktober om 20.00 uur: Leef duurzaam en gelukkig in een Wooncommunity 
21 oktober om 20.00 uur: Voor altijd betaalbare huur met je eigen wooncooperatie 
28 oktober om 20.00 uur: Je eigen huis bouwen? Woonpioniers helpt je op weg.  

Waarom het soms wel en soms niet mag

Of je mag wonen op een vakantiepark hangt af van het bestemmingsplan van de gemeente. In Nederland hebben de meeste parken een recreatieve bestemming, wat betekent dat ze bedoeld zijn voor tijdelijk verblijf, niet als hoofdverblijf. Gemeenten kunnen uitzonderingen maken via een omgevingsvergunning of wijziging van het omgevingsplan, maar dat is maatwerk. Volgens omgevingsrechtspecialist mr. Semra Canjels “blijft permanente bewoning in principe strijdig met de functie ‘Recreatie’. Gemeenten mogen dit alleen toestaan via expliciete toestemming of een persoonsgebonden vergunning.”

Sommige gemeenten knijpen een oogje dicht, anderen handhaven strikt. Dat leidt tot ongelijkheid: in de ene gemeente mag je blijven, in de andere krijg je een dwangsom van 20.000 euro als je je inschrijft.

Een community

Wonen op een vakantiepark klinkt idyllisch — wakker worden tussen de bomen, een meer op loopafstand — maar de werkelijkheid is vaak dubbel lezen we in allerlei artikelen. Er is de vrijheid: ruimte, rust, betaalbaarheid, en een gevoel van gemeenschap. Veel bewoners spreken over “noaberschap” — buren die elkaar helpen en samen koffie drinken bij de blokhut. Maar er zijn ook strubbelingen. Niet iedereen deelt hetzelfde ideaalbeeld van wonen in de natuur. Waar de een geniet van het groen, legt de ander de hele tuin vol tegels. En waar sommigen hun huisje charmant onderhouden, raken andere plekken verloederd.

Persoon X: “Ik herken me hier wel in. Ik woon niet helemaal afgelegen. Er zijn andere mensen op het park, en dat voelt veilig. Je hebt je eigen plekje, maar je bent niet alleen. En omdat we hier allemaal kiezen voor het bos, is er ook een gedeelde liefde voor de natuur. Dat is natuurlijk ook niet op elk park hetzelfde. Het community gevoel is ook sterk aanwezig. Als ik een feestje geef, komen mensen vragen of ik nog stoelen of glazen nodig heb. Als iemand naar de supermarkt rijdt – wat een kwartier verderop is – vragen ze altijd of iemand nog iets nodig heeft en op zaterdag krijg ik regelmatig een croissantje van mijn buren. Vers van de bakker.”

Gemeenten ervaren spanning

Gemeenten ervaren spanning: meer bewoners betekent extra zorgvragen, infrastructuur en afvalbeheer, terwijl het park niet voor die functies is ingericht. “Wonen en recreëren, dat gaat niet samen,” zegt parkeigenaar Edwin Bomers van Marveld in Groenlo bij Omroep Gelderland, 2025. Hij vindt dat de overheid het woningprobleem niet mag afschuiven op de recreatiesector.

Volgens Bomers gebruiken vaste bewoners de voorzieningen van het park nauwelijks, waardoor de sfeer en kwaliteit achteruitgaan. Ook de Achterhoekse gemeenten spreken van een “tamelijk gemakzuchtige oplossing” en wijzen op risico’s als verpaupering en criminaliteit. Toch is er begrip voor de mensen die nergens anders terechtkunnen.

Gedeputeerde Peter Drenth noemt de situatie van sommigen “schrijnend”, maar trekt ook een harde vergelijking: “Er zijn mensen die dachten: ik ga op een mooie plek wonen, het is lekker goedkoop. Dat vind ik een beetje hetzelfde als te hard rijden op de snelweg. Als je een boete krijgt, is dat balen — maar het hoort er dan gewoon bij.”

Persoon X: “Wonen op een recreatiepark is niet zonder risico. Er zijn regels, en sommige parken zijn streng. Hier moesten onlangs een paar huisjes weg omdat ze er te vervallen uitzagen. Die bewoners stonden opeens op straat. Dat was heftig om te zien. Ik heb dus goed uitgezocht of mijn huisje oké is volgens de regels? Het antwoord was helder: ja, mits het er netjes uitziet en goed onderhouden blijft. Daar let ik dus goed op.”

Wat vind jij?

Wat vind jij? Vind je dat wonen op een vakantiepark gewoon moet kunnen, of vind je het belangrijk dat recreatiewoningen tijdelijk bewoond blijven? Laat het weten in een reactie.

Waar mag je permanent wonen? 
Permanent wonen in een recreatiewoning is in Nederland meestal niet toegestaan. De meeste vakantieparken hebben een recreatieve bestemming in het bestemmingsplan, wat betekent dat ze bedoeld zijn voor tijdelijk verblijf — niet als hoofdverblijf.
In sommige gemeenten mag je je tijdelijk inschrijven op het adres van een recreatiewoning, maar dat geeft geen automatisch recht op permanente bewoning. Gemeenten handhaven hier steeds strenger op.
Omdat elke gemeente en elk park eigen regels hanteert, is toestemming van zowel de gemeente als het parkbeheer nodig. Slechts in uitzonderlijke gevallen zijn recreatiewoningen officieel omgevormd tot reguliere woonbestemming.
Op deze website vind je een overzicht van recreatieparken waar je permanent mag wonen.

Over de schrijver

1 gedachte over “Wonen op een vakantiepark: noodgreep of nieuwe woonvorm met toekomst?”

  1. Het is wonderlijk. Zelf woon ik met een gedoogbeschikking in een recreatiewoning die met 4 anderen allemaal op eigen grond staan en tijdens de bouw aan het bouwbesluit voor gewonen woningen moest voldoen. Een aantal huizen is volledig onderkelderd, er kunnen gezinnen wonen. Toch is de Gemeente strikt en wil deze huizen niet omzetten naar permanente bewoning. Een overkapping tussen huis en schuur maken is al teveel en wordt niet toegekend. Naast de 4 huizen hier zijn er nog 7 andere huizen een stukje verderop die ook heel makkelijk als regulier huis gezien kunnen worden. Geen van deze huizen wordt verhuurd. Hoe zuur en halsstarrig is het beleid van mijn Gemeente. Ondertussen zie ik talloze boerderijen vergunningen krijgen voor kampeerplaatsen, een BenB of anderszins. Blijkbaar is de lobby vanuit deze hoek goed georganiseerd. Het verzet van Gemeentes in het algemeen begrijp ik niet. Je bent er voor de burgers. En het argument dat er op parken veel criminaliteit zou zijn is naar mijn smaak een mythe.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *