Verbaasd keek ik naar de kassabon: de vier Elstar appels die ik net had gekocht waren twee keer zo duur als de tros van vier bananen. Allebei biologisch, maar de appels komen uit Nederland en zijn bovendien in het seizoen – vers geoogst. En de bananen, nou ja, die komen van ver zoals we allemaal weten. Je zou dus denken dat die duurder zouden moeten zijn. Hoe kan dit?
Deze vraag legde ik op een feestje voor aan een wetenschapsjournalist die niet zo lang geleden een heel boekwerk had geschreven over bananen. Tussen twee slokken van een overheerlijke mocktail door legde ze me uit dat bananen de eyecatcher zijn van de gemiddelde supermarkt. “Let maar eens op,” zei ze. “Als je een supermarkt binnenstapt, dan liggen de bananen altijd goed in het zicht.”
Kunstmatig hoog gehouden prijzen
Bananen zijn het meest verhandelde fruit ter wereld en zijn mede daardoor verantwoordelijk voor bijna 2% van de levensmiddelenomzet van een supermarkt. Als je ze goedkoop prijst, dan verkoop je er meer van. Bovendien lok je klanten naar de supermarkt door populaire producten goedkoop aan te bieden. In vaktermen noemen ze dat blijkbaar ‘een eiland van verlies in een zee van winst’. Want dat de marge op bananen zo laag is, compenseert de supermarkt natuurlijk ruimschoots door de marge op andere producten omhoog te gooien.
Je wordt dus gelokt met goedkope bananen en koopt dan ook -als je er dan toch bent – de producten die kunstmatig duur gehouden worden. En zo kan het zijn dat de bananen van ver goedkoper zijn dan de appels van dichtbij, ook als ze beiden biologisch zijn.
Dat de prijzen van bananen kunstmatig laag gehouden worden, is natuurlijk fijn voor je portemonnee. Zeker als je van bananen houdt. Maar inmiddels weten we ook dat er altijd iemand is die hiervoor de prijs betaalt. En dat is dus niet de supermarkt, maar wel de boeren, de banaan zelf en de bodem waarop ze verbouwd worden.



Hoe duurzaam zijn bananen?
Hoewel er zo’n 400 gangbare soorten bananen zijn, vind je in de Nederlandse schappen van de supermarkt over het algemeen maar 1 soort terug: de Cavendish banaan. Deze banaan is groot, geel en krom en populair bij de Westerse consument. Maar dat is niet de enige reden waarom juist deze banaan overal in de schappen ligt; dat komt ook omdat deze soort het makkelijkst te exporteren is. De bananen worden – net als alle vruchten die van ver komen – onrijp geplukt en tijdens het transport of in Rotterdam gerijpt (bijvoorbeeld met ethyleengas) voordat ze hun reis dieper Europa in vervolgen naar de verschillende distributiecentra.
Dat met name één specifieke banaansoort wereldwijd zo populair is, is een probleem. Het zorgt namelijk voor monoteelt. Dat is niet alleen slecht voor de bodem en de biodiversiteit, maar het maakt de banaan an sich ook kwetsbaar voor ziektes. Als er ergens een bacterie, schimmel of iets anders roet in het eten gooit, raast zo’n ziekte kilometers lang heel makkelijk van de ene bananenboom naar de andere omdat er geen andere soorten tussen staan die immuun zijn voor die specifieke ziekte. En ook dat is een probleem.
De gele, kromme Cavendish banaan is een kloon
Zo is er de beruchte Panamaziekte, een schimmel, die bananenplanten heel snel ziek kan maken. En omdat de Cavendish banaan geen zaden heeft en zich dus niet voortplant zoals andere planten, maakt het ‘onze’ banaan extra kwetsbaar. Elke cavendisch is namelijk een kloon van zijn voorganger en als er eentje ziek wordt, worden ze dus allemaal ziek. Wat betekent dit? Dat deze bananenplant mogelijk uitsterft en we de banaan, zoals we die kennen, in de toekomst dus mogelijk niet meer kunnen eten.
Hoe realistisch is dat scenario? Nou, best realistisch. Vroeger aten we namelijk een hele andere banaan hier in Europa: de Gros Michel. Deze banaan had meer smaak, maar was ook een kloon van zichzelf en werd ook in monoteelt verbouwd, dus toen in de jaren ’50 de Panamaziekte om zich heen greep had dat een vernietigende uitwerking op deze bananensoort. Om te voorkomen dat dit weer gebeurt, wordt er behoorlijk met pesticiden gewerkt (behalve bij de biologische bananen natuurlijk).
Conclusie:
Je zou zeggen dat de banaan in al zijn (of is het haar?) kwetsbaarheid een betere prijs zou verdienen dan bijvoorbeeld de Hollandse appel. Ook omdat de ecologische voetafdruk van de banaan groter is dan die van een appel (er even vanuit gaande dat beiden biologisch zijn, maar de appel dus uit Nederland komt). Maar, zo weten we inmiddels ook, we betalen vrijwel nooit de échte prijs voor een product. Ook hier niet. De prijs van de banaan wordt kunstmatig laag gehouden. En zo kan het dus zijn dat je duurzame appel in het appelseizoen alsnog duurder is dan de banaan.
Lees ook: 10 opmerkelijke dingen die je met bananenschillen kan doen.