Gedragsverandering heeft zin, ook als (lang) niet iedereen meedoet

Goed, goed, zeg je misschien na het lezen van het zoveelste krantenartikel waarin staat dat een plantaardig dieet één van de meest effectieve maatregelen is, die je voor onze planeet kan nemen. “Misschien heeft het inderdaad nut om mijn consumptie- en eetpatroon aan te passen. Maar,” denk je er direct achteraan, “heus niet iedereen wordt vegan. Waarom zou ik dat kaasplankje dan wél laten staan?” Omdat die gedragsverandering zin heeft. Oók als veel anderen niet meedoen.

Gedragsverandering niet realistisch

Wetenschappers zeggen dat we wereldwijd anders moeten gaan eten om een klimaatcatastrofe te voorkomen. Als je twijfelt of een gedragsverandering op zo’n grote schaal wel realistische is, heb je helemaal gelijk. Want dat is het niet. Er zijn stammen, groepen en landen waar momenteel nog niks anders te eten is dan dier. Groenland bijvoorbeeld. Tegelijkertijd zijn er ook snelgroeiende economieën zoals China waar de productie van vlees in 2018 nog snel toenam.

China als voorbeeld

Dit heeft te maken met de bevolkingsgroei in China in combinatie met het feit, dat Chinezen vlees zien als statusproduct. Het wordt geassocieerd met het rijke westen. Nog niet zo lang geleden was dierenvlees in China voor de gewone man onbetaalbaar. Door het nu in een restaurant te bestellen, laat je zien dat je het gemaakt hebt in het leven. Sommige wetenschappers wijzen erop dat de bevolking in verschillende landen waar dierenvlees zo’n hoge status heeft, de komende jaren zal blijven toenemen. Daarom heeft een plantaardige toekomst geen kans van slagen, is hun conclusie. Immers: steeds meer Chinezen zullen steeds meer vlees willen eten!

Modeverschijnsel

Wat zij vergeten, is dat status niks meer is dan een modeverschijnsel. En mode is veranderlijk. Dat dierenvlees nu nog een hoge status heeft in een land als China, hoeft dus niet per se te betekenen dat dit altijd zo blijft. Want als de gewone Chinees zijn buik inderdaad graag vult met wat de ‘succesvolle’ Westerlingen eten, zal zijn voorkeur mee veranderen met het modieuze plantaardige eten van hier.

Als we hier straks massaal neerkijken op verstokte carnivoren, zoals we dat nu steeds vaker doen op verstokte rokers, dan zullen ze ook in China steeds meer plantaardig eten willen. Het zal een sexier imago krijgen, net als hier nu al gebeurt. Het zal geassocieerd worden met macht en met ‘een goede smaak’. Als het argument klopt dat mensen in opkomende economieën de komende tijd vlees zullen blijven eten omdat dat status heeft, is het dus aan ons, om andere voedingsproducten een hogere status te geven.

Gewoonten zijn besmettelijk

Ook in Nederland zal niet iedereen willen kiezen voor hetzelfde toekomstscenario, trouwens. En niet iedereen zal per direct stoppen met het eten van dierenvlees en zuivel. Maar dat is ook niet nodig, om toch een grote sociale transformatie in gang te zetten.

Sociale gewoonten zijn besmettelijk. Wetenschappelijke studies naar gedragsverandering hebben laten zien, dat als zo’n tien procent van een groep mensen met overtuiging een bepaalde positie gaat uitdragen, er een rimpeleffect optreedt. Steeds meer mensen gaan dan meedoen en uiteindelijk is een sociale verandering onafwendbaar. Die tien procent is trouwens een heel conventionele schatting: ander onderzoek wees uit dat het rimpeleffect al optreedt bij iets meer dan 3 procent. De reden daarvoor is, dat mensen sociale wezens zijn, die het heel onprettig vinden om achter te blijven. We hebben niet graag ongelijk en willen graag horen bij de groep mensen die iets zeker lijkt te weten.

De mens als kuddedier

Dat is de reden dat de meeste mensen zich aanpassen aan de status quo, zonder daarvoor een bewuste beslissing te nemen. Als veel mensen om je heen iets doen, ga jij dat waarschijnlijk ook doen. Stel je wordt geboren in een communistische samenleving, dan voelt het communisme voor jou als ‘normaal’ en vind je het raar, eng of radicaal om daarvan af te wijken. Als iedereen om jou heen, vlees eet, voelt dat als iets dat gewoon is. Maar als jij geboren zou worden in een maatschappij waarin het eten van dieren taboe is, zal het niet in je opkomen om daarvan af te wijken.

Het is aan jou om die maatschappij te creëren. Samen met veel andere (maar lang niet alle) mensen, die ook zien dat er nu echt iets moet gebeuren.

Over de schrijver